Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de geschorste zorgregeling van een minderjarige, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI). De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikkingen van de kinderrechter van 24 mei 2022 en 7 juni 2022, waarin de zorgregeling was geschorst. De vader voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om gehoord te worden en dat er geen spoedsituatie was die de schorsing rechtvaardigde. De GI had op basis van zorgen over de veiligheid van de minderjarige, naar aanleiding van een incident waarbij de minderjarige mogelijk ongepaste beelden had gezien, een spoedverzoek ingediend. Het hof heeft de argumenten van de vader en de GI zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeerde dat de kinderrechter op goede gronden de zorgregeling had opgeschort, gezien de zorgen over de minderjarige en het gebrek aan communicatie tussen de vader en de GI. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikkingen en benadrukte het belang van samenwerking tussen de vader en de GI om de zorgregeling te herstarten. De vader werd aangespoord om zijn boosheid opzij te zetten en in gesprek te gaan met de GI, zodat het contact met de minderjarige weer kan worden hervat.