Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De ouders van de minderjarige, die gezamenlijk het gezag uitoefenen, hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter van 12 mei 2022, waarin de minderjarige onder toezicht werd gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) en een machtiging tot uithuisplaatsing werd verleend. De ouders stelden dat de situatie van de minderjarige was veranderd, aangezien hij sinds 22 september 2022 weer bij hen thuis woont. De raad voor de kinderbescherming en de GI waren het met de ouders eens dat de machtiging tot uithuisplaatsing niet meer uitgevoerd werd. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover het de machtiging tot uithuisplaatsing betreft, maar bekrachtigde de beschikking voor het overige. Het hof oordeelde dat de behandeling van de minderjarige in de thuissituatie een grotere kans van slagen heeft dan in een gesloten instelling, en dat de samenwerking met de ouders van belang is voor de opvoeding van de minderjarige. De ouders hebben aangegeven open te staan voor hulpverlening en willen de tips van de gezinsbegeleider toepassen in hun opvoeding.