Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, hebben partijen tijdens een zitting afspraken gemaakt over hun geschil, waardoor de beoordeling van de grieven niet meer aan de orde is. De afspraken betroffen onder andere de eigendom van een tuin en een steeg, alsook de vestiging van erfdienstbaarheden. Het hof heeft op 18 oktober 2022 een tussenuitspraak gedaan, waarbij het partijen heeft aangespoord om hun afspraken verder uit te werken en deze in een proces-verbaal vast te leggen. Het hof heeft een nadere zitting bevolen om de praktische uitwerking van de afspraken te bespreken.
De procedure begon met een mondelinge behandeling op 9 juni 2022, na een tussenarrest van 9 november 2021. Tijdens deze behandeling hebben de partijen een video-opname en foto's ingediend ter ondersteuning van hun standpunten. De eigendom van de tuin aan de straatkant is niet langer ter discussie, en partijen zijn het eens over de juridische erfgrens. De eigendom van de steeg en een strook grond is ook vastgesteld, waarbij de geintimeerden deze grond aan de appellanten zullen verkopen.
Erfdienstbaarheden zijn afgesproken ter bescherming van de rechten van beide partijen met betrekking tot de fundering van de garage, riolering en gootrecht. Er zijn echter nog onduidelijkheden over de uitvoering van deze afspraken, zoals de verwijdering van een laurier en de plaatsing van een schutting. Het hof heeft benadrukt dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van hun geschil en dat een nadere mondelinge behandeling zal plaatsvinden om de gemaakte afspraken vast te leggen. Het hof heeft ook aangegeven dat het niet kan oordelen over de bezwaren tegen het eerdere vonnis van de rechtbank, aangezien de afspraken de rechtspositie van partijen hebben gewijzigd.