ECLI:NL:GHARL:2022:8966

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
200.290.954/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over eigendom en erfdienstbaarheden in civiele zaak

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, hebben partijen tijdens een zitting afspraken gemaakt over hun geschil, waardoor de beoordeling van de grieven niet meer aan de orde is. De afspraken betroffen onder andere de eigendom van een tuin en een steeg, alsook de vestiging van erfdienstbaarheden. Het hof heeft op 18 oktober 2022 een tussenuitspraak gedaan, waarbij het partijen heeft aangespoord om hun afspraken verder uit te werken en deze in een proces-verbaal vast te leggen. Het hof heeft een nadere zitting bevolen om de praktische uitwerking van de afspraken te bespreken.

De procedure begon met een mondelinge behandeling op 9 juni 2022, na een tussenarrest van 9 november 2021. Tijdens deze behandeling hebben de partijen een video-opname en foto's ingediend ter ondersteuning van hun standpunten. De eigendom van de tuin aan de straatkant is niet langer ter discussie, en partijen zijn het eens over de juridische erfgrens. De eigendom van de steeg en een strook grond is ook vastgesteld, waarbij de geintimeerden deze grond aan de appellanten zullen verkopen.

Erfdienstbaarheden zijn afgesproken ter bescherming van de rechten van beide partijen met betrekking tot de fundering van de garage, riolering en gootrecht. Er zijn echter nog onduidelijkheden over de uitvoering van deze afspraken, zoals de verwijdering van een laurier en de plaatsing van een schutting. Het hof heeft benadrukt dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van hun geschil en dat een nadere mondelinge behandeling zal plaatsvinden om de gemaakte afspraken vast te leggen. Het hof heeft ook aangegeven dat het niet kan oordelen over de bezwaren tegen het eerdere vonnis van de rechtbank, aangezien de afspraken de rechtspositie van partijen hebben gewijzigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.290.954/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 127347)
arrest van 18 oktober 2022
in de zaak van

1.[appellant] ,

wonende te [woonplaats1] ,
hierna:
[appellant],
2. [appellante],
wonende te [woonplaats1] ,
hierna:
[appellante],
appellanten in het principaal hoger beroep,
geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[appellanten],
advocaat: mr. T.F. de Jong, die kantoor houdt te Groningen,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

wonende te [woonplaats1] ,
hierna:
[geïntimeerde1],
2. [geïntimeerde2],
wonende te [woonplaats1] ,
hierna:
[geïntimeerde2],
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
appellanten in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eisers in conventie en verweerders in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. E.M. Oskam, die kantoor houdt te Utrecht.

1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof

1.1
Na het tussenarrest van 9 november 2021 heeft op 9 juni 2022 een mondelinge behandeling plaatsgehad waarvan een verslag is gemaakt (het proces-verbaal). Daaraan voorafgaand hebben van [appellanten] een video-opname op een usb-stick bij het hof gedeponeerd. In reactie daarop hebben [geïntimeerden] in een akte foto’s aan het dossier toegevoegd. Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de na de mondelinge behandeling gewisselde stukken:
- een akte van [appellanten]
- een akte van [geïntimeerden]
- een antwoordakte van [appellanten]
- een antwoordakte van [geïntimeerden]
1.2
Vervolgens heeft het hof bepaald dat weer arrest wordt gewezen.

2.De verdere beoordeling in hoger beroep

2.1
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling afspraken gemaakt en zijn overeengekomen het geschil op basis daarvan zelf op te lossen. Daardoor is beoordeling van de grieven niet meer aan de orde. Het was de bedoeling dat partijen de gemaakte afspraken zouden uitwerken en het eensluidende voorstel zouden doen een en ander in een proces-verbaal vast te leggen. Zij zijn daar echter niet in geslaagd, deels omdat zij het er niet over eens zijn of ook afspraken over het verwijderen van de laurier, het plaatsen van de schutting en het inmeten van de grens door het kadaster in het proces-verbaal zouden moeten worden opgenomen, deels om redenen die hierna nog aan de orde komen. Zowel afspraken die op de zitting zijn gemaakt als de standpunten die daarover in de nadere akten zijn ingenomen, zullen hierna afzonderlijk worden besproken.
De eigendom van de tuin aan de straatkant
2.2
De beslissing van de rechtbank ten aanzien van de eigendom van de tuin aan de straatkant tot aan de voorkant van de garage/het begin van de steeg staat niet langer ter discussie. Daarmee staat vast dat de eigendomssituatie van partijen met betrekking tot de juridische erfgrens tussen hun beider percelen in zoverre overeenkomt met de kadastrale erfgrens.
De eigendom van de steeg en een strook grond en de verkoop daarvan aan [appellanten]
2.3
[geïntimeerden] zijn ook overeenkomstig de beslissing van de rechtbank eigenaar van een deel van de grond vanaf het begin van de garage (de steeg naast de garage en een strook grond naast de schutting). [geïntimeerden] zullen deze grond verkopen aan [appellanten] tegen een prijs van € 2.000,- en zullen meewerken aan de notariële overdracht, op kosten van [appellanten]
2.4
Volgens [geïntimeerde1] is, zo begrijpt het hof, geen overeenstemming bereikt over de planning.
Erfdienstbaarheden in de steeg
2.5
Ten gunste van [geïntimeerden] zullen partijen erfdienstbaarheden vestigen ter bescherming van hun rechten ter zake van de fundering van de garage, de riolering, en het gootrecht.
2.6
In hun eerste akte na de mondelinge behandeling hebben [appellanten] voorgesteld de erfdienstbaarheden als volgt vast te leggen.
VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN
Ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Assen sectie [X] nummer [nummer1] en ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Assen sectie [X] nummer [nummer2] worden bij dezen gevestigd erfdienstbaarheden waardoor de toestand waarin de percelen zich na overdracht van de strook grond en daarmee het ontstaan van de nieuwe kadastrale grens ten opzichte van elkaar bevinden, gehandhaafd blijft, in het bijzonder wat betreft de reeds bestaande fundering, dakgoot en bijbehorende hemelwaterafvoer:
-de erfdienstbaarheid wat betreft de fundering, inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om te dulden dat de huidige toestand gehandhaafd blijft en de eigenaar van het heersend erf het recht heeft om een eventuele reeds bestaande fundering daar te hebben en te houden, alsmede het recht om de tot behoud van een en ander strekkende onderhouds- herstel- vervang- en reparatiewerkzaamheden te verrichten en de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf tot het gedogen daarvan, een en ander na behoorlijke kennisgeving;
-de erfdienstbaarheid wat betreft de dakgoot en bijbehorende hemelwaterafvoer, inhoudende de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf om te dulden dat de huidige toestand gehandhaafd blijft en de eigenaar van het heersend erf het recht heeft om een eventuele reeds bestaande dakgoot en bijbehorende hemelwaterafvoer daar te hebben en te houden, alsmede het recht om de tot behoud van een en ander strekkende onderhouds- herstel- vervang- en reparatiewerkzaamheden te verrichten en de verplichting voor de eigenaar van het dienend erf tot het gedogen daarvan, een en ander na behoorlijke kennisgeving.
2.7
[geïntimeerden] kunnen zich echter niet verenigen met de beperking en de grootte van de dakgoot zoals thans aangegeven in het voorstel. Het zou hier in hun ogen zonder enige beperking moeten gaan over een dakgoot en bijbehorende hemelwaterafvoer. Ook is volgens hen geen overeenstemming bereikt over de kosten en planning. In reactie hierop hebben [appellanten] opgemerkt dat geen beperking van het gootrecht in de akte van [appellanten] is opgenomen. In hun laatste akte wordt door [geïntimeerden] bezwaar gemaakt tegen de formulering ‘eventuele fundering’, kennelijk omdat er al een fundering aanwezig is.
Verwijdering laurier en plaatsing van een afscheiding (schutting)
2.8
Partijen hebben ingestemd met de verwijdering van de laurier ter plaatse en spreken af dat zij op de kadastrale grens ter lengte van de laurier gezamenlijk een nieuwe afscheiding zouden plaatsen. Als in deze afscheiding op de grond van [geïntimeerden] nog een hoek moet worden gemaakt om aansluiting te krijgen op de garage, dan zal dat in dezelfde stijl gebeuren als deze gemeenschappelijke afscheiding.
2.9
In hun nadere akte hebben [geïntimeerden] opgemerkt dat geen overeenstemming is bereikt over de partij die de laurier zal verwijderen of de schutting zal plaatsen. Dat zou ook gelden voor de aard en plaats van die schutting en de kosten. Hierop hebben [appellanten] opgemerkt dat zij kunnen instemmen met het delen van de kosten. De plaats waar de schutting moet komen te staan, blijkt volgens hen uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling: deze dient "op de kadastrale grens ter lengte van de laurier" te komen staan. Daarnaast is de bestaande schutting in de achtertuin mandelig. De erfgrens loopt dus door het hart van deze schutting. Dan bestaat in de ogen van [appellanten] nog slechts de vraag welke schutting het moet gaan worden en wie deze gaat plaatsen. [appellanten] verwachten daar met [geïntimeerden] uit te kunnen komen. Voor het geval dat dat niet lukt, hebben [appellanten] voorgesteld met een onafhankelijk (tussen)persoon het gesprek met [geïntimeerden] aan te gaan. Het lijkt [appellanten] niet zinvol het gerechtshof met deze vraag te belasten en alleen daarom nog een mondelinge behandeling te laten plaatsvinden.
Nadere mondelinge behandeling
2.1
[geïntimeerden] verzoeken een nadere mondelinge behandeling om alle afspraken op een ordentelijke wijze vast te kunnen leggen. Het hof is bereid aan dat verzoek tegemoet te komen, maar hecht eraan daarbij het volgende op te merken.
2.11
Zoals gezegd, kan het hof niet meer oordelen over de bezwaren die tegen het bestreden vonnis van de rechtbank zijn aangevoerd. Een eindarrest van het hof zou neerkomen op bekrachtiging van die uitspraak, met de constatering dat nadien afspraken zijn gemaakt die de rechtspositie van partijen nader hebben bepaald en deels hebben gewijzigd. Het hof kan over die afspraken in dit geschil geen oordeel geven en kan ze ook niet uitwerken; het zijn partijen die het zullen moeten opbrengen die stap te nemen en aan de afspraken uitvoering te geven. Slechts voor het geval dat nog steeds teveel gevraagd is, is het hof bereid er een tweede (enkelvoudige) zitting aan te wijden. Daarbij past de kanttekening dat – zoals uit de gang van zaken tot dusverre wel blijkt – van de enkele vastlegging van de daarbij eventueel te maken nadere afspraken niet teveel moet worden verwacht. Partijen zullen hun geschil uiteindelijk alleen kunnen oplossen als zij een houding aannemen die daar ook op is gericht en alleen als zij zich vervolgens in overeenstemming daarmee gedragen. In het belang van een dergelijk minnelijk traject wordt partijen het volgende in overweging gegeven.
De eigendom van de tuin aan de straatkant
2.12
Over de eigendom van de tuin aan de straatkant zijn partijen het eens. Daaromtrent hoeft geen van hen nadere actie te ondernemen.
De eigendom van de steeg en een strook grond en de verkoop daarvan aan [appellanten]
2.13
Partijen hebben de afspraak gemaakt dat de notariële kosten door [appellanten] worden gedragen. Welke andere hordes dan nog zouden bestaan met betrekking tot het dragen van de kosten, ontgaat het hof. Dan resteert slechts nog afstemming over de datum van de overdracht bij de notaris.
Erfdienstbaarheden in de steeg
2.14
Het tekstvoorstel van [appellanten] komt het hof redelijk voor, nu daarin wordt gesproken over ‘reeds bestaande fundering, dakgoot en bijbehorende hemelwaterafvoer’, en handhaving van de bestaande toestand. Het woord ‘eventuele’ zou (tweemaal) kunnen worden geschrapt, maar het zou aan de strekking van de tekst niets veranderen. Het ligt in de rede dat de erfdienstbaarheid er in essentie toe dient de bestaande situatie te beschermen. Echter, [appellanten] hebben naar hun zeggen niet bedoeld enige beperking van het gootrecht in de akte op te nemen. Aan de formulering zou daarom kunnen worden toegevoegd dat het gootrecht zich ook uitstrekt tot noodzakelijke wijzigingen en verbeteringen, of woorden van die strekking. Gelet op de verwevenheid met de eigendomsoverdracht ligt het in de rede dat [appellant] ook hier de kosten van draagt.
Verwijdering laurier en plaatsing van een afscheiding (schutting)
2.15
Bij de keuze van het type schutting (of begeleiding daarbij) ziet het hof voor zichzelf geen rol weggelegd. Als partijen er nog steeds niet in zouden slagen af te spreken wie de laurier verwijdert en de schutting plaatst, dan kunnen zij een derde daartoe op gezamenlijke kosten een opdracht geven. Uit het proces-verbaal blijkt voldoende duidelijk waar de schutting moet komen te staan. Een evenredige kostenverdeling zou ook hier op zijn plaats zijn.

3.De beslissing

1. Het hof beveelt partijen samen met hun advocaten naar het Paleis van Justitie aan het Wilhelminaplein 1 in Leeuwarden te komen voor een enkelvoudige mondelinge behandeling van deze zaak. Het hof zal hun om inlichtingen vragen teneinde de praktische uitwerking van hun onderlinge afspraken ter zitting vast te leggen in een proces-verbaal.
2. Deze mondelinge behandeling zal worden gehouden voor een raadsheer van dit hof op een nog vast te stellen dag en tijdstip. Daarvoor moeten de advocaten van partijen op dinsdag 15 november 2022 de verhinderdata opgeven van zichzelf en van partijen voor de maanden november 2022 t/m maart 2023.
3. De partij die zich tijdens de mondelinge behandeling op nieuwe stukken wil beroepen, moet kopieën daarvan uiterlijk 14 dagen voor de datum van de mondelinge behandeling aan de griffie van het hof en aan de wederpartij sturen.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, M. Aksu en W.F. Boele en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
18 oktober 2022.