Uitspraak
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- een locatieverbod in het dorp [plaats 1];
- een contactverbod met [benadeelde];
- een meldplicht bij de reclassering;
- een behandeling bij het FACT-team GGZ of soortgelijke instelling;
- het meewerken aan controles op drugsgebruik;
Het vonnis waarvan beroep
- een meldplicht bij Reclassering Nederland;
- een behandeling bij het FACT-team GGZ Friesland;
- een contactverbod met [benadeelde];
- een locatieverbod in het dorp [plaats 2];
- meewerken aan controles op drugs- en middelengebruik;
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 augustus 2020 te [plaats 1], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet, die [benadeelde] bij de keel heeft gegrepen en/of (vervolgens) (met (zeer veel) kracht) meermalen, althans eenmaal, in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt waardoor die [benadeelde] op de grond terecht is gekomen, althans die [benadeelde] ten val heeft gebracht en/of (vervolgens) terwijl die [benadeelde] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, met geschoeide voet(en) (met (zeer veel) kracht) tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 10 augustus 2020 te [plaats 1], in de gemeente [gemeente], aan [benadeelde] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een gescheurde milt, heeft toegebracht, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, die [benadeelde] bij de keel heeft gegrepen en/of (vervolgens) (met (zeer veel) kracht) meermalen, althans eenmaal, in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt waardoor die [benadeelde] op de grond terecht is gekomen, althans die [benadeelde] ten val heeft gebracht en/of (vervolgens) terwijl die [benadeelde] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, met geschoeide voet(en) (met (zeer veel) kracht) tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt.
Vrijspraak ten aanzien van het primair en subsidiair tenlastegelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het meer subsidiair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij op 10 augustus 2020 te [plaats 1] aan [benadeelde] opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een gescheurde milt, heeft toegebracht, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg die [benadeelde] bij de keel heeft gegrepen en vervolgens met kracht tegen het hoofd heeft gestompt waardoor die [benadeelde] op de grond terecht is gekomen en, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, meermalen met geschoeide voet met kracht tegen het lichaam heeft geschopt.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.242,44 (vijfduizend tweehonderdtweeënveertig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 242,44 (tweehonderdtweeënveertig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.