Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [de minderjarige2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter aangevochten, die op 18 maart 2022 had besloten om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige2] te verlengen tot 14 maart 2023. De moeder verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen en het verzoek tot ondertoezichtstelling af te wijzen, terwijl de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland (GI) verweer voert en bekrachtiging van de beschikking vraagt.
De procedure in hoger beroep is gestart met een beroepschrift op 20 juni 2022, gevolgd door een verweerschrift en een mailbericht van de GI. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2022 waren de moeder, haar advocaat, de vader en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De raad voor de kinderbescherming was niet aanwezig.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en de vader samen gezag uitoefenen over hun kinderen, waaronder [de minderjarige2], die bij de vader woont. De kinderrechter had eerder [de minderjarige2] onder toezicht gesteld vanwege zorgen over zijn ontwikkeling. Het hof oordeelt dat de ontwikkeling van [de minderjarige2] nog steeds ernstig wordt bedreigd en dat de moeder niet voldoende bereid is om de noodzakelijke zorg te accepteren. Daarom heeft het hof besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 14 maart 2023, in lijn met de adviezen van de GI en de bevindingen van een rapport van [naam1].