ECLI:NL:GHARL:2022:8740
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader en moeder van de kinderen hebben beiden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing werden verlengd. De vader verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en een contra-expertise te gelasten, terwijl de moeder ook verzocht om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2022 waren de ouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig. De GI had eerder verklaard dat er positieve ontwikkelingen waren in de situatie van de kinderen, maar het hof oordeelde dat er geen gronden meer waren voor de ondertoezichtstelling van [de minderjarige2]. Het hof heeft de ondertoezichtstelling opgeheven, omdat de zorgen over de schoolgang van [de minderjarige2] niet langer aanwezig waren en de moeder goed samenwerkte met haar begeleider.
Wat betreft [de minderjarige1] oordeelde het hof dat de machtiging tot uithuisplaatsing niet verder verlengd kon worden, omdat de moeder in staat was om de benodigde hulpverlening te bieden. Het hof heeft de uithuisplaatsing van [de minderjarige1] per 1 november 2022 beëindigd, waarmee het belang van het kind voorop stond. De beschikking van de kinderrechter werd gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd, met als gevolg dat de verzoeken van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing werden afgewezen.