Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 23 mei 2022;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep;
- de brief van mr. Liefting van 28 juli 2022.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- een keer per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 18.00 uur;
- in de meivakantie 2022 vanaf woensdag 12.00 uur tot zaterdag 17.00 uur;
- in de zomervakantie 2022 twee losse weken, in onderling overleg te bepalen;
- daarna verblijft [de minderjarige] in de even jaren de eerste helft van alle vakanties bij de vader en in de oneven jaren de tweede helft. Tijdens vakanties van één week vindt de overdracht plaats op woensdag om 12.00 uur;
- de vader haalt [de minderjarige] op bij de moeder en de moeder haalt [de minderjarige] op bij de vader.
- primair: eens per veertien dagen van vrijdag uit school tot zaterdag 17.00 uur; of
- subsidiair: eens per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 16.00 uur in 2022, tot 17.00 uur in 2023 en tot 18.00 uur in 2024; en
- indien de eerste zondag van de maand valt in het omgangsweekend van de vader in die weekenden van vrijdag uit school tot zaterdag 17.00 uur.
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
- eens per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 16.00 uur, tenzij sprake is van een kerkweekend, want in die weekenden eindigt de zorgregeling op zaterdag 16.00 uur;
- in de zomervakantie, voor het eerst in 2023, verblijft [de minderjarige] in de even jaren de eerste helft van alle vakanties bij de vader en in de oneven jaren de tweede helft. Tijdens vakanties van één week vindt de overdracht plaats op woensdag om 12.00 uur;
- de vader haalt [de minderjarige] op bij de moeder en de moeder haalt [de minderjarige] op bij de vader;