ECLI:NL:GHARL:2022:8647
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens vermeende vooringenomenheid van de raadsheer-commissaris tijdens getuigenverhoor
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 oktober 2022 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster in een lopende procedure over partneralimentatie, waarbij de heer [naam1] betrokken was. De verzoekster was van mening dat de raadsheer-commissaris, mr. I.G.M.T. Weijers-van der Marck, tijdens een getuigenverhoor op 4 april 2022 niet onpartijdig was en dat er sprake was van vooringenomenheid. De verzoekster stelde dat de raadsheer-commissaris zich op een bepaalde manier had opgesteld tijdens het verhoor, wat volgens haar de onpartijdigheid in gevaar bracht.
De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek tijdig en gemotiveerd was ingediend. Vervolgens heeft de wrakingskamer de gronden van het verzoek onderzocht. De verzoekster noemde verschillende omstandigheden die volgens haar duidden op vooringenomenheid van de raadsheer-commissaris, zoals het tonen van verbazing en het niet ingrijpen bij opmerkingen van de advocaat van de tegenpartij.
De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De raadsheer-commissaris had zijn rol als vragensteller vervuld en de wrakingskamer vond geen reden om aan te nemen dat hij niet onpartijdig was. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter van de wrakingskamer, mr. M.L. van der Bel, in aanwezigheid van de griffier.