Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Het hof is van oordeel dat [appellante] , zoals zij zelf al heeft erkend met betrekking tot deze schuld en ook met betrekking tot diverse andere schulden op haar schuldenlijst, niet te goeder trouw is ten aanzien van het ontstaan en het onbetaald laten ervan.
4 november 2019 blijkt dat [appellante] op 7 november 2019 uit de kliniek is ontslagen in verband met een succesvolle afronding van de klinische behandeling. Sindsdien is zij verslavingsvrij en zijn geen nieuwe schulden ontstaan. Binnenkort zal zij een vanuit de Brijderkliniek geadviseerde zogenoemde EMDR-therapie ondergaan voor de behandeling van een in het verleden opgelopen trauma. Hiervoor is inmiddels een intakegesprek gepland op 6 oktober 2022.