Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling na een echtscheiding. De vader, verzoeker in hoger beroep, en de moeder, verweerster, zijn de ouders van twee minderjarige kinderen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen bij de vader verbleven op bepaalde dagen. De vader was het niet eens met deze regeling en verzocht het hof om deze te vernietigen en een nieuwe zorgregeling vast te stellen. De moeder verzocht het hof om de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 september 2022 werd duidelijk dat de vader de kinderen slechts op zondagmiddag ophaalt, wat volgens hem het meest haalbare is gezien zijn werksituatie en woonomstandigheden. De moeder gaf aan dat de kinderen meer contact met de vader willen. De raad voor de kinderbescherming adviseerde een zorgregeling die haalbaar is voor de vader, maar het hof oordeelde dat deze regeling te beperkt was. Het hof benadrukte dat de vader meer inspanningen moet leveren om zijn kinderen vaker te zien en dat hij de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling moet naleven.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, omdat de vader zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd en de huidige zorgregeling in het belang van de kinderen werd geacht. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, waarbij de rechters de belangen van de kinderen vooropstelden.