Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
- meldplicht bij Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) Assen;
- meewerken aan diagnostiek en eventueel aan een (ambulante) behandeling;
- onthouden van alcohol en verdovende middelen en meewerken aan naleving door middel van urine- en ademonderzoek;
- contactverbod met [slachtoffer 1] ; en
- gebiedsverbod in het Dorp Norg, in de gemeente Noordenveld;
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2019 tot en met 12 augustus 2019 te Norg, althans in de gemeente Noordenveld, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, (telkens) met dat opzet
hij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2019 tot en met 12 augustus 2019 te Norg, althans in de gemeente Noordenveld, meermalen, althans eenmaal, (telkens) aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, (telkens) hierin bestaande dat verdachte
hij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2019 tot en met 12 augustus 2019 te Norg, althans in de gemeente Noordenveld, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, (telkens) met dat opzet
hij op of omstreeks 16 april 2019, te Berltsum, in de gemeente Waadhoeke,
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij in de periode van 11 augustus 2019 tot en met 12 augustus 2019 te Norg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
hij op 16 april 2019, te Berltsum, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] in het gezicht te stompen en [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3] in het gezicht te stompen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering tenuitvoerlegging 21-004087-18
Vordering tenuitvoerlegging 18-252349-17
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 2.330,09 (tweeduizend driehonderddertig euro en negen cent) bestaande uit € 330,09 (driehonderddertig euro en negen cent) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.