Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- de kinderen toevertrouwd aan de vrouw:
- bepaald dat de vrouw gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning;
- een zorgregeling vastgesteld;
- de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de vraag welk hoofdverblijf en welke verdeling van zorg het meest in het belang van de kinderen is;
- beslist dat de man vanaf 10 november 2020 voorlopig een bedrag van € 163,- per kind per maand moet betalen aan de vrouw, als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.
4.De omvang van het geschil
- de verdeling van de huwelijksgoederen te gelasten zoals zij die voorstaat in de randnummers 1 tot en met 10 van haar beroepschrift, dan wel een beslissing in goede justitie te nemen;
- te bepalen dat beide kinderen hun hoofdverblijfplaats bij haar hebben;
- te bepalen dat de man met ingang van 17 augustus 2020 aan haar een bedrag van € 486,- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen zal betalen, bij vooruitbetaling te voldoen, dan wel een bedrag dat het hof juist acht;
- te bepalen dat de man met ingang van diezelfde datum aan haar een bijdrage in haar levensonderhoud van € 644,- per maand zal betalen, bij vooruitbetaling te voldoen, dan wel een bedrag dat het hof juist acht;
- de verzoeken van de vrouw af te wijzen;
- te bepalen dat de wisseldag op maandag zal plaatsvinden waarbij de kinderen voor school door de ene ouder worden gebracht en door de andere bij school worden gehaald;
- te bepalen dat de resterende saldi op de rekeningen bij helfte wordt gedeeld;
- te bepalen dat de man alsnog de helft van de meerwaarde van € 1.742,- van de woning in Polen toekomt en dat de vrouw dit aan hem moet betalen;
- ten aanzien van afgifte van de gereedschappen in Polen een dwangsom op te leggen;
- te bepalen dat de vrouw aan hem € 17.393,59 en € 109,58 betaalt wegens hypotheekrente en kosten herstel van de woning;
- te bepalen dat hij geen kinderbijdrage hoeft te betalen aan de vrouw met ingang van de uitspraakdatum van het hof dan wel een in goede justitie te bepalen datum.
5.De motivering van de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
voor zover die ziet op de periode na de datum van deze beschikking;