Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 200.294.943/01. De zaak betreft de hoofdverblijfplaats van twee minderjarige kinderen na de scheiding van hun ouders. De moeder had eerder geen vervangende toestemming gekregen om te verhuizen, wat de situatie rondom de hoofdverblijfplaats en zorgregeling beïnvloedde. Het hof heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder in stand gehouden en de zorgregeling met de vader vastgesteld. De raad voor de kinderbescherming heeft onderzoek gedaan en geadviseerd dat de kinderen bij de moeder blijven wonen, gezien hun welzijn en stabiliteit. De vader had verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen, maar dit verzoek is afgewezen. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel bekrachtigd, waarin de zorgregeling en hoofdverblijfplaats waren vastgesteld. De ouders zijn in staat om de vakanties te verdelen, en het hof heeft de afspraken in het ouderschapsplan bevestigd. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de raad en de ouders zijn gehoord.