Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
parketnummer 16-068197-20: diefstal met geweld in vereniging, driemaal gepleegd, afpersing in vereniging, diefstal door middel van valse sleutels in vereniging;
parketnummer 16-25831320: oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 16-015679-20 primair: diefstal door middel van braak,
veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 200 dagen, met aftrek van voorarrest en een PIJ-maatregel opgelegd voor de duur van drie jaren, waarvan tevens de dadelijke uitvoerbaarheid is gelast.
Oplegging van straf en/of maatregel
- het Pro Justitia rapport van (kinder- en jeugd) psychiater I.T.M. Nurmohamed van 7 juni 2022;
- het Pro Justitia rapport van kinder- en jeugdpsycholoog NIP en Postmasterpsycholoog SKJ S. Pantelić van 8 juni 2022;
- het rapport van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 31 augustus 2022;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 1 september 2022.
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7]
Vorderingen tenuitvoerlegging
- de bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 12 november 2019 opgelegde voorwaardelijke taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen jeugddetentie, parketnummer 16-168739-19;
- een gedeelte van de bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 28 mei 2019 opgelegde voorwaardelijke taakstraf, groot 20 uren, dat na een eerdere gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke taakstraf nog resteert, parketnummer 16-256292-18. Deze vorderingen zijn in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
200 (tweehonderd) dagen.
Gelast de plaatsing van de verdachte in een inrichting voor jeugdigen.
- een mobiele telefoon, kleur wit, merk Samsung (parketnummer 16-258313-20).
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
€ 80,00 (tachtig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2019 tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
€ 2.507,50 (tweeduizend vijfhonderdzeven euro en vijftig cent) bestaande uit € 7,50 (zeven euro en vijftig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7]
€ 1.056,92 (duizend zesenvijftig euro en tweeënnegentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2020 tot aan de dag der voldoening.