ECLI:NL:GHARL:2022:8151

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
21-000204-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan begrijpelijke vertaling van gedragsaanwijzing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, maar heeft hoger beroep ingesteld. De gedragsaanwijzing, die op 16 december 2021 was gegeven, verbood de verdachte om contact te hebben met drie specifieke slachtoffers. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte alleen een in het Nederlands gestelde gedragsaanwijzing had ontvangen, zonder een vertaling in het Turks, wat cruciaal was voor zijn begrip van de voorwaarden. Tijdens de zitting op 7 september 2022 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de verdachte niet volledig op de hoogte was van de inhoud van de gedragsaanwijzing. Het hof heeft de bewijsvoering en de verklaringen van de verbalisant in overweging genomen, maar was van mening dat deze niet voldoende waren om aan te nemen dat de verdachte de gedragsaanwijzing volledig had begrepen. Gezien het gebrek aan een begrijpelijke vertaling heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de tenlastelegging. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000204-22
Uitspraak d.d.: 21 september 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 7 januari 2022 met parketnummer 16-346496-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
wonende te [woonplaats]

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 september 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. A. Kilinç, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van op omstreeks 21 december 2021 tot en met 22 december 2021 te [plaats] althans ergens in Nederland opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Midden-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, op geen enkele wijze (zowel direct als indirect) contact mocht hebben met [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 1] 1986, [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 2] 1996 en [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 3] 1957 door
die [slachtoffer 1] meerdere malen te bellen en meerdere berichten te sturen via whatsapp en/of
die [slachtoffer 3] eenmaal te bellen en eenmaal een bericht te sturen via whatsapp.

Vrijspraak

De vraag die door het hof beantwoord dient te worden is of verdachte op de hoogte was van de volledige inhoud van de gedragsaanwijzing, gelet op het slechts aan verdachte ter hand stellen van een in het Nederlands gestelde gedragsaanwijzing en niet ook een in het Turkse vertaling. Hierbij speelt een rol dat in de gedragsaanwijzing niet alleen een locatieverbod en fysiek contactverbod was opgenomen, maar dat verdachte ook geen indirect contact mocht zoeken.
Op basis van het dossier en hetgeen door de raadsman ter terechtzitting van het hof is aangevoerd, heeft het hof niet de overtuiging gekregen dat verdachte alle details had begrepen. Ook de mededeling van de verbalisant [verbalisant] in het proces-verbaal dat verdachte naar de mening van de verbalisant alles begreep is naar het oordeel van het hof niet voldoende om aan te nemen dat verdachte de volledige inhoud van de gedragsaanwijzing heeft begrepen.
Het hof heeft derhalve niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Aldus gewezen door
mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,
mr. A.J. Smit en mr. R. de Groot, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 21 september 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 21 september 2022.
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. A. Hermelink, advocaat-generaal,
mr. F. Stax, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.