ECLI:NL:GHARL:2022:7932

• Datum uitspraak: 14 september 2022
• Publicatiedatum: 15 september 2022
• Zaaknummer: 21-004967-20
• Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Op tegenspraak
• Rechters: K.J.C. Geeve; D. Visser; R.R.H. Laurens
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in vereniging

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, dat op 16 december 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1991 en woonachtig te [woonplaats], was eerder door de rechtbank veroordeeld voor diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd en de vordering tot tenuitvoerlegging toegewezen. De benadeelde partij had een schadevergoeding van € 256,66 toegewezen gekregen.

Tijdens de zitting van het hof op 31 augustus 2022 is het hoger beroep behandeld. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, evenals de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. R. van Veen. Na het onderzoek heeft het hof geoordeeld dat de rechtbank op juiste wijze en met goede gronden heeft beslist. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank dan ook bevestigd, met overneming van de gronden die de rechtbank had aangevoerd.

De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere veroordeling van de verdachte wordt gehandhaafd, en dat de opgelegde straf en schadevergoeding blijven staan. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. I.M.G. van der Lee, en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-004967-20

Uitspraak d.d.: 14 september 2022

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 16 december 2020 met parketnummer 08-114225-19 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 21-001340-17, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,

wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 31 augustus 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R. van Veen, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 16 december 2020, waartegen het hoger beroep is gericht, het primair tenlastegelegde, diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, door twee of meer verenigde personen, bewezenverklaard en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 21-001340-17 toegewezen. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen tot een bedrag van € 256,66.

Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste wijze en op goede gronden heeft beslist. Het hof zal het vonnis dan ook met overneming van die gronden bevestigen.

BESLISSING

Het hof:

Bevestigt het vonnis waarvan beroep.

Aldus gewezen door

mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,

mr. D. Visser en mr. R.R.H. Laurens, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. I.M.G. van der Lee, griffier,

en op 14 september 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.