ECLI:NL:GHARL:2022:7929
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de ISD-maatregel voor verdachte na hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte was eerder door de rechtbank veroordeeld tot de ISD-maatregel voor de duur van twee jaar wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, maar met aanvulling van gronden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 4 maart 2021, waarin de rechtbank de ISD-maatregel oplegde en vorderingen tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde straffen afwees.
Tijdens de zittingen op 7 april en 31 augustus 2022 heeft het hof de zaak onderzocht. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman, mr. D.M. Penn. Het hof oordeelt dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist, maar voegt gronden toe aan de bevestiging van het vonnis. Het hof heeft het reclasseringsadvies van 28 juni 2022 in overweging genomen, waaruit blijkt dat de reclassering van mening is dat een onvoorwaardelijke ISD-maatregel het meest passende kader is voor de verdachte, die zich verzet tegen hulpverlening en geen zicht heeft op huisvesting of werk.
De verdediging heeft verzocht om de tijd in voorlopige hechtenis in mindering te brengen op de ISD-maatregel, maar het hof wijst dit verzoek af. Het hof benadrukt het belang van voldoende tijd voor de uitvoering van de ISD-maatregel om de bescherming van de samenleving te optimaliseren en de behandeling van de verdachte te waarborgen. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.