In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een kredietovereenkomst tussen ING Bank N.V. en de vennootschap Powerstorm Inc., waarbij de bestuurders van Powerstorm zich persoonlijk borg hebben gesteld. Na de faillietverklaring van Powerstorm heeft ING de borgen aangesproken. De borgen, [appellant] en [appellante], hebben in hoger beroep de vernietiging van de borgstelling gevorderd, maar het hof oordeelt dat zij als zakelijke borgen moeten worden aangemerkt. Dit betekent dat zij geen verweermiddelen kunnen inroepen die de hoofdschuldenaar, Powerstorm, tegen ING kan inroepen, omdat dit contractueel is uitgesloten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, dat de vorderingen van ING heeft toegewezen en die van de borgen heeft afgewezen. De borgen worden niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep tegen het eerdere vonnis van 23 september 2020, en het hof legt de proceskosten bij de borgen neer.