In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoeker] om zijn geboortegegevens vast te stellen en zijn voornamen te wijzigen. [verzoeker], afkomstig uit Somalië, heeft in 1998 met zijn ouders asiel aangevraagd in Nederland. Bij zijn binnenkomst zijn er geen geboortegegevens geregistreerd, wat aanleiding gaf tot het verzoek. De rechtbank Gelderland had eerder op 4 juni 2021 een beschikking gegeven waarin de noodzakelijke gegevens voor het opmaken van de geboorteakte werden vastgesteld, maar het verzoek tot wijziging van de voornamen werd afgewezen.
In hoger beroep heeft [verzoeker] zijn verzoek gewijzigd en verzocht om de geboortedatum te registreren als 7 augustus 1979. Het hof heeft dit verzoek toegewezen, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand hiertegen geen verweer voerde. Daarnaast heeft het hof de ambtenaar van de burgerlijke stand in het gelijk gesteld wat betreft de geslachtsaanduiding, die als 'mannelijk' werd vastgesteld.
Echter, het verzoek van [verzoeker] om zijn voornamen te wijzigen naar ' [voornaam3] ' werd afgewezen. Het hof oordeelde dat deze namen als geslachtsnamen werden beschouwd en niet als gebruikelijke voornamen, waardoor wijziging niet geoorloofd was. De kostenveroordeling ten laste van de staat werd eveneens afgewezen, omdat de staat geen procespartij was. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank voor een deel vernietigd en voor het overige bekrachtigd.