Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf en/of maatregel
nietzijn veranderd. Dit is ook in hoger beroep nog eens duidelijk naar voren gekomen uit de slachtofferverklaringen van twee zonen van het slachtoffer.
30 maart 2021, te weten de datum van indiening van de vordering. Hoewel de rechtbank dit wel heeft overwogen, is in het dictum van de rechtbank als datum 31 maart 2021 genoemd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat
indien en zolangde jeugdreclassering dat nodig acht:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 18.479,90 (achttienduizend vierhonderdnegenenzeventig euro en negentig cent) bestaande uit € 979,90 (negenhonderdnegenenzeventig euro en negentig cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 19.995,52 (negentienduizend negenhonderdvijfennegentig euro en tweeënvijftig cent) bestaande uit € 2.495,52 (tweeduizend vierhonderdvijfennegentig euro en tweeënvijftig cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 24.195,55 (vierentwintigduizend honderdvijfennegentig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 6.695,55 (zesduizend zeshonderdvijfennegentig euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.