Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, binnengekomen op 9 september 2021, met producties;
- het verweerschrift, tevens incidenteel hoger beroep, met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Ten Brummelhuis van 24 februari 2022 met producties;
- een journaalbericht van mr. Assink van 25 februari 2022 met producties;
- een journaalbericht van mr. Ten Brummelhuis van 1 maart 2022 met producties;
- een journaalbericht van mr. Assink van 27 juni 2022 met productie;
- een journaalbericht van mr. Ten Brummelhuis van 1 juli 2022;
- een journaalbericht van mr. Assink van 1 juli 2022
- een journaalbericht van mr. Ten Brummelhuis van 12 juli 2022 met bijlage.
- de man met zijn advocaat;
- de advocaat van dochter [verweerster] met zijn kantoorgenoot mr. Orgel;
- de moeder;
- [naam1] , jurist van de gemeente [de gemeente] .
- de advocaat van de man;
- de advocaat van dochter [verweerster] met zijn kantoorgenoot mr. Orgel;
- [naam1] , jurist van de gemeente [de gemeente] ;
- dochter [de dochter1] ;
- dochter [de dochter2] .
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- het geregistreerd partnerschap van de moeder en de man nietig verklaard;
- verklaard dat de man ten aanzien van het geregistreerd partnerschap niet te goeder trouw heeft gehandeld;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [de gemeente] gelast om de bestreden beschikking in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand en toe te voegen aan de akte van partnerschapsregistratie op het moment dat de bestreden beschikking in kracht van gewijsde is gegaan;
- de man veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van dochter [verweerster] en deze kosten begroot op in totaal € 1.435,-;
- de bestreden beschikking voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders verzochte afgewezen.