ECLI:NL:GHARL:2022:761

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
200.269.889/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over opschortende voorwaarde bij huurovereenkomst en bewijswaardering

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de vraag centraal of de huurovereenkomst tussen [geïntimeerde] en Suydersee, tot stand gekomen via bemiddeling van Job Angels, onder een opschortende voorwaarde is aangegaan. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat [geïntimeerde] zijn stelling dat de overeenkomst onder deze voorwaarde is gesloten, nog niet heeft bewezen. De procedure omvat getuigenverhoren en de beoordeling van bewijslevering door beide partijen.

[geïntimeerde] heeft verklaard dat hij de woning wilde huren, maar alleen als de door hem geconstateerde gebreken zouden worden hersteld. Job Angels heeft echter betoogd dat er een onvoorwaardelijke overeenkomst is gesloten, waarbij de gebreken zouden worden hersteld, maar zonder dat dit een voorwaarde was voor de huurovereenkomst. Het hof heeft de verklaringen van beide partijen en de bewijsstukken zorgvuldig gewogen.

Uiteindelijk concludeert het hof dat [geïntimeerde] niet is geslaagd in zijn bewijslevering. De verklaringen van [geïntimeerde] worden niet voldoende gesteund door ander bewijs, en het hof oordeelt dat de huurovereenkomst onvoorwaardelijk is gesloten. De vorderingen van [geïntimeerde] worden afgewezen, en het hof vernietigt de eerdere vonnissen van de kantonrechter, waarbij [geïntimeerde] in de proceskosten wordt veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.269.889/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 7513241)
arrest van 1 februari 2022
in de zaak van
Stichting Job Angels,
gevestigd te Almere,
appellante,
bij de kantonrechter: gedaagde,
hierna:
Job Angels,
advocaat: mr. E.D. van Tellingen, die kantoor houdt te Almere,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
bij de kantonrechter: eiser,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. M.G. Jansen, die kantoor houdt te Haarlem.

1.De verdere procedure bij het hof

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 12 januari 2021 hier over.
1.2
Vervolgens heeft [geïntimeerde] een akte na tussenarrest genomen en heeft Job Angels
een antwoordakte na tussenarrest genomen.
1.3
Op grond van het tussenarrest hebben op 12 mei en 15 oktober 2021 getuigenverhoren plaatsgevonden. De hiervan opgemaakte processen-verbaal bevinden zich in afschrift bij de stukken.
1.4
Daarna heeft Job Angels een “conclusie na enquête” genomen en [geïntimeerde] een antwoord-memorie na enquête.
1.5
Vervolgens hebben beide partijen de processtukken overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof een datum voor arrest vastgesteld.

2.2. De verdere beoordeling van het geschil

Het tussenarrest

2.1
In deze zaak staat de vraag centraal of de door bemiddeling van Job Angels tot stand gekomen huurovereenkomst tussen [geïntimeerde] en Suydersee is aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat Suydersee de door [geïntimeerde] gestelde gebreken zal verhelpen. In het tussenarrest heeft het hof overwogen dat [geïntimeerde] zijn stelling dat dit het geval is nog niet heeft bewezen, maar dat het [geïntimeerde] in de gelegenheid zal stellen deze stelling te bewijzen.
De bewijslevering2.2 [geïntimeerde] heeft als (partij)getuige het volgende verklaard:

Ik ben in oktober 2017 naar Nederland gekomen. Ik zocht een woning. Mijn werkgever voorzag voor een maand in huisvesting, maar voor de periode daarna moest ik zelf huisvesting zien te vinden. Het was erg moeilijk om een woning te vinden. Ik heb contact gehad met verschillende bemiddelaars waaronder met Job Angels. Op enig moment heb ik met Job Angels een woning in [plaats] bezocht aan de [adres] . De eigenaar van de woning was daar ook bij. Ik zat toen in een moeilijke situatie. Ik had nog steeds geen huis gevonden en mijn vrouw en kinderen zouden op korte termijn naar Nederland komen, ik moest dus wat vinden. De bezichtiging was toen op een avond. Die avond had ik weinig tijd. Mijn indruk van het huis was niet goed. Er moest van alles aan gebeuren. Ik heb een aantal punten opgenoemd die hersteld moesten worden. Met de eigenaar en met Job Angels heb ik afgesproken dat die door mij genoemde punten in orde zouden komen. Als dat gebeurd was zouden de sleutels aan mij worden overgedragen. Een volgende dag ben ik met mijn vrouw bij de woning geweest. Toen zagen we dat er nog veel meer dingen niet goed waren aan de woning. Ik heb daar ook foto’s van gemaakt. Ik heb toen contact opgenomen met Job Angels en heb gezegd dat ook die punten in orde gemaakt moesten worden. volgens mij heb ik ook foto’s naar Job Angels gestuurd.
De door mij genoemde punten waren niet op tijd hersteld. De eigenaar van de woning heeft toen gezorgd voor een tijdelijke oplossing. We konden in een ander huis en daar hebben we ook huur voor betaald.
Ondertussen had ik een rekening gekregen van Job Angels voor de huur van de woning aan de [adres] , de woning die dus nog niet orde was. Ik heb gezegd dat ik dat huis wel wilde huren en dat ik de rekening ook wel zou betalen, maar dat dan wel alle bekende gebreken hersteld moesten worden en dat ik pas daarna de woning zou gaan betrekken. Dat is ook vastgelegd in e-mails en appberichten tussen mij en Job Angels. Toen ik de rekening kreeg, heb ik ook een contract gekregen dat door Job Angels was opgesteld. Ik heb dat contract uiteindelijk ook getekend, maar volgens mij is het niet getekend door de huiseigenaar. Job Angels heeft naar mij toe ook aangegeven dat de door mij gedane betaling zou worden terugbetaald als de kwestie niet in orde kwam, dat wil zeggen dat de gebreken niet zouden worden hersteld in welk geval de huur niet zou ingaan.
Uiteindelijk werden de gebreken niet hersteld. De huiseigenaar was, begreep ik van Job Angels, niet bereikbaar. Er was steeds weer meer tijd nodig, maar uiteindelijk gebeurde er niets. Ik heb de sleutels ook niet gekregen. De huur is ook niet ingegaan. De manager van Job Angels heeft mij toegezegd dat het door mij betaalde bedrag zou worden terugbetaald. Daar was wat tijd voor nodig zei ze, maar uiteindelijk is het bedrag niet terugbetaald.
Mr. De Jong vraagt mij of ik uitleg heb gekregen over het contract dat mij is toegestuurd. Ik antwoord dat dat contract in het Nederlands was gesteld. Ik heb nauwelijks uitleg gekregen. Ik moest toen al wel, zoals gezegd, de factuur betalen. U houdt mij voor dat bij de stukken een Engels contract zit. Ik kan me niet goed meer herinneren of ik ook een Engels contract heb ontvangen. Wel weet ik dat het huurcontract pas officieel zou zijn als de gebreken hersteld waren.
Op een vraag van mr. Van Tellingen antwoord ik dat het klopt dat ik al eerder, inseptember 2017, met Job Angels een woning in [plaats] heb bekeken. Volgens mij heeft Job Angels voor die woning op mijn verzoek een huurcontract vertaald. Ik heb voor die vertaling toen wel moeten betalen. Mij was gezegd dat de huiseigenaar het contract zou tekenen bij het overhandigen van de sleutels.
2.3
[naam1] (hierna: [naam1] ), bestuurder van Job Angels, heeft als (partij)getuige het volgende verklaard:

Ik ken het geschil. Ik was bij de comparitie in deze zaak, enkele maanden geleden. Ik heb ook het arrest van het hof gelezen.
Op 4 november 2017 heb ik met [geïntimeerde] de woning bezichtigd, waar het in dit geschil om gaat. Het gaat om een woning aan de [adres] te [plaats] .
Eerder had ik al contact met [geïntimeerde] gehad. Dat heeft toen niet tot een huurovereenkomst geleid. [geïntimeerde] heeft ons daarna opnieuw ingeschakeld om hem te helpen bij zijn zoektocht naar een nieuwe huurwoning. In dat kader heb ik op4 november 2017 die woning met hem bezichtigd.
Bij de bezichtiging waren naast [geïntimeerde] en ikzelf ook mijn mede-bestuurder [naam2] aanwezig en mevrouw [naam3] namens de verhuurder. De woning was op dat moment nog bewoond. We hebben alle kamers van de woning bekeken. [geïntimeerde] wilde dat de afzuiginstallatie in de keuken gerepareerd zou worden en dat vetvlekken in de keuken verwijdert zouden worden. Hij gaf aan dat hij de woning wilde huren als de gebreken hersteld zouden worden. Dat formuleer ik zo niet goed: [geïntimeerde] wilde de woning sowieso huren. Daarnaast wilde hij dat die gebreken hersteld zouden worden. Mevrouw [naam3] zei dat die gebreken zouden worden hersteld.
We hebben toen afgesproken dat [geïntimeerde] de woning zou gaan huren. Er is gesproken over de huurprijs en borg en over de manier waarop de borg betaald zou moeten worden. [geïntimeerde] wilde dat in termijnen doen. Er is toen ook tegen hem gezegd dat mevrouw [naam3] zijn contactpersoon zou worden voor de woning. Dit alles is die dag in de woning besproken.
Wij zijn na de bezichtiging verder gegaan met het regelen van het contract, de betaling en de overdracht. Het contract was op 8 november gereed. Ik heb dat toen toegestuurd aan [geïntimeerde] , gelijk met de factuur. Tussen 4 en 8 november hebben hij en ik nog geregeld contact met elkaar gehad, waarbij hij steeds aandrong op spoed. [geïntimeerde] wilde ook dat het contract in het Engels werd opgesteld. In deze periode is er niet meer gesproken over de voorwaarden van het contract. De ingangsdatum van de huur was volgens het contract10 november 2017. Op 10 november 2017 is hij ook met mevrouw [naam3] in de woning geweest voor de overdracht. Ik heb begrepen dat toen is afgesproken dat de sleutel op een latere datum zou worden overgedragen, op 15 november 2017. Ik was bij dit alles zelf niet betrokken. [geïntimeerde] regelde dat rechtstreeks met [naam3] .
U stelt vast dat in het contract niets staat over een opschortende voorwaarde. Dat klopt, daar is tussen 4 en 8 november ook niet over gesproken en ook later trouwens ook niet. Eindnovember liet [geïntimeerde] ons weten dat hij de woning niet kon accepteren. Hij stuurde toen ook foto’s van de woning mee. Ook toen heeft hij het begrip opschortende voorwaarde niet gebruikt.
Op vragen van mr. Van Tellingen antwoord ik als volgt:
[geïntimeerde] heeft bij mij niet aangegeven dat hij de woning alleen wilde huren onder de voorwaarde dat de gebreken zouden worden hersteld. Hij wilde de woning huren en heeft daaraan geen voorwaarden verbonden.
Ook in het appverkeer dat [geïntimeerde] en ik tussen 4 en 8 november hadden, heeft [geïntimeerde] geen voorwaarden verbonden aan de huur van de woning. In integendeel, hij heeft mij via de app ervoor bedankt dat hij de woning kon gaan huren.
Voordat [geïntimeerde] de woning waar het hier om gaat is gaan huren, hebben we vijf bezichtigingen met hem gedaan van andere woningen.
[geïntimeerde] heeft bij mij ook nooit aangegeven dat hij de woning alleen zou betrekken wanneer de gebreken zouden zijn hersteld. [geïntimeerde] moest de woning ook wel betrekken, omdat zijn familie zou overkomen uit India.
De waardering van het bewijs2.4 Bij het antwoord op de vraag of [geïntimeerde] het bewijs heeft geleverd, stelt het hof het volgende voorop. De verklaring van [geïntimeerde] als partijgetuige over de door hem te bewijzen feiten kan geen bewijs in zijn voordeel opleveren, tenzij de verklaring van [geïntimeerde] strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs. De beperking van de bewijskracht van de verklaring van de partijgetuige geldtniet als er aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen, dat zij de verklaring van de partijgetuige voldoende geloofwaardig maken [1] .
2.5
De verklaring van [geïntimeerde] komt erop neer dat hij de huurovereenkomst is aangegaan onder de voorwaarde dat de door hem geconstateerde gebreken zouden worden opgelost. In de visie van [geïntimeerde] zou de overeenkomst niet ingaan zolang de gebreken niet zouden zijn hersteld.
Toch laat zijn verklaring ook ruimte voor een andere interpretatie, te weten dat een onvoorwaardelijke overeenkomst tot stand is gekomen en die overeenkomst ook inhield dat de verhuurder de door aangewezen gebreken zou herstellen en dat [geïntimeerde] zolang dat nog niet was gebeurd, het huis nog niet zou betrekken. De zin “
Ik heb gezegd dat ik dat huis wel wilde huren en dat ik de rekening ook wel zou betalen, maar dat dan wel alle bekende gebreken hersteld moesten worden en dat ik pas daarna de woning zou gaan betrekken” wijst in die richting.
2.6
De verklaring van [naam1] sluit aan bij de laatstgenoemde interpretatie. Ook in haar verklaring komt terug dat is afgesproken dat de verhuurder de door [geïntimeerde] geconstateerde gebreken zou herstellen. Volgens [naam1] was dat geen (opschortende) voorwaarde voor het aangaan van de huurovereenkomst, maar een afspraak die is gemaakt in het kader van het aangaan van een onvoorwaardelijke huurovereenkomst. Dat het daarbij nauw luistert, volgt al uit het gegeven dat [naam1] zichzelf - overigens zonder ingrijpen van haar advocaat of de raadsheer-commissaris - verbeterde: “
Hij gaf aan dat hij de woning wilde huren als de gebreken hersteld zouden worden. Dat formuleer ik zo niet goed: [geïntimeerde] wilde de woning sowieso huren. Daarnaast wilde hij dat de gebreken hersteld zouden worden.” Wat daar ook van zij, duidelijk is dat volgens [naam1] een onvoorwaardelijke overeenkomst is gesloten.
2.7
Naar het oordeel van het hof is onvoldoende aanvullend bewijs voorhanden ter aanvulling van de getuigenverklaring van [geïntimeerde] . Het hof wijst daarbij op het volgende en gaat in dat verband meteen in op wat [geïntimeerde] daarover heeft aangevoerd:
- In het door [geïntimeerde] ondertekende huurcontract wordt geen melding gemaakt van een opschortende voorwaarde. [geïntimeerde] , die vloeiend Engels spreekt, heeft een exemplaar van dat huurcontract in de Engelse taal ontvangen, zodat zijn betoog dat hij niet heeft begrepen dat hij een definitieve overeenkomst sloot en dat Job Angels hem daarop had moeten wijzen, niet opgaat. Wanneer [geïntimeerde] het (Engelstalige) contract had bestudeerd, had hij daarin kunnen lezen dat een onvoorwaardelijke huurovereenkomst werd gesloten.
- Uit de e-mail van Job Angels aan [geïntimeerde] van 8 november 2017 volgt niet zonder meer dat de overeenkomst onder een opschortende voorwaarde is aangegaan. In de e-mail wordt [geïntimeerde] verzocht de bijgevoegde huur factuur voor de helft van de waarborgsom en voor de huur van november 2017 te betalen en om het bijgevoegde huurcontract te controleren. De zin: “
The manager thereafter will take care of all the modifications which we discussed” past zowel in de door [geïntimeerde] als in de door Job Angels voorgestane interpretatie van de gemaakte afspraken; ook indien, zoals Job Angels stelt, een onvoorwaardelijke overeenkomst tot stand is gekomen, diende de verhuurder de gebreken nog te herstellen. De daarop volgende zin: “
We can make arrangement for Friday at 13:00 for the transfer of the house if time is oke with you” wijst weer op een onvoorwaardelijke overeenkomst. Oplevering van de woning is immers bij een voorwaardelijke huurovereenkomst niet aan de orde. Dat eerder in de mail een koppeling wordt aangebracht tussen het betalen van de rekening en het reserveren (“to reserve”) van de woning wijst er niet op dat slechts een optie aan [geïntimeerde] werd verstrekt, of dat een overeenkomst met een voorwaardelijk karakter werd gesloten. Het feit dat [geïntimeerde] de huur al diende te betalen, vormt eerder een indicatie voor een onvoorwaardelijke overeenkomst. Het de dag eerder door [geïntimeerde] aan Job Angels gerichte whatsapp-bericht “
Please confirm, so that we can go for contract”wijst daar ook op.
- Dat de sleuteloverdracht tweemaal is uitgesteld omdat de gebreken niet waren hersteld en dat [geïntimeerde] niet daadwerkelijk in de woning heeft gewoond, vormt anders dan [geïntimeerde] stelt ook geen aanwijzing dat een voorwaardelijke overeenkomst is gesloten. Ook indien een onvoorwaardelijke overeenkomst is gesloten met het uitdrukkelijke beding dat de verhuurder bepaalde gebreken zou herstellen, mocht [geïntimeerde] weigeren de woning te betrekken zolang de verhuurder haar verplichtingen niet was nagekomen.
- Dat de verhuurder het huurcontract nog niet heeft ondertekend, betekent niet dat in de visie van de verhuurder geen onvoorwaardelijke huurovereenkomst tot stand is gekomen. Integendeel, in een e-mail van 22 november 2017 aan [geïntimeerde] schrijft Suydersee (optredend namens de verhuurder):

Last week from 9 november 2017 there was agreement to take the house (…).Also appointment to fix things in the house.You did the payment for taking the house.Owner is still ready to do this for you and continue the contract.
Uit deze e-mail volgt dat de (beheerder van de) verhuurder ervan uitging dat sprake was van een overeenkomst en dat in het kader van die overeenkomst door de eigenaar van de woning nog werkzaamheden moesten worden verricht.
De verklaring van [geïntimeerde] als getuige dat de huurovereenkomst niet is ondertekend door de verhuurder omdat dit pas zou plaatsvinden na herstel van de gebreken, vindt geen steun in de overgelegde stukken.
- Klaarblijkelijk zijn de gebreken nooit hersteld. [geïntimeerde] heeft in overleg met Suydersee andere woonruimte betrokken en heeft geen huur hoeven te betalen voor de door bemiddeling van Job Angels gehuurde woning. Daaruit volgt, anders dan [geïntimeerde] betoogt, nog niet dat deze overeenkomst een voorwaardelijk karakter had. Het staat partijen vrij om in onderling overleg een onvoorwaardelijke overeenkomst te beëindigen.
2.8
De conclusie is dat [geïntimeerde] niet geslaagd is om te bewijzen dat de door hem gesloten huurovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de gebreken zouden worden hersteld. [geïntimeerde] heeft dat wel verklaard, maar zijn verklaring wordt onvoldoende gesteund door ander bewijs. Dat bewijs biedt in veel gevallen ook steun voor de door Job Angels voorgestane interpretatie, dat een onvoorwaardelijke huurovereenkomst is gesloten met de verplichting voor de verhuurder om een aantal door [geïntimeerde] aangewezen gebreken te herstellen, een interpretatie die ook steun vindt in het door [geïntimeerde] ondertekende (Engelstalige) huurcontract, waarin een onvoorwaardelijke huurovereenkomst is vastgelegd.
Conclusies2.9 Bij deze stand van zaken, waarin [geïntimeerde] het door hem te leveren bewijs niet heeft geleverd, valt gelet op het tussenarrest het doek over de vordering van [geïntimeerde] . Die is niet toewijsbaar. Grieven I en II van Job Angels slagen.
2.1
Het hof zal het eindvonnis van de kantonrechter, waarin de vordering van [geïntimeerde] wel is toegewezen, vernietigen. Ook het tussenvonnis kan niet in stand blijven, omdat de daartegen gerichte grief II slaagt
2.11
[geïntimeerde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure bij de kantonrechter (te begroten op nihil, omdat Job Angels toen geen gemachtigde had) en bij het hof (geliquideerd salaris van de advocaat: 3 punten, tarief 1). Bij deze stand van zaken slaagt ook grief IV, die is gericht tegen toewijzing van de door [geïntimeerde] gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de veroordeling van Job Angels in de proceskosten.

3.De beslissing

Het hof:
vernietigt de vonnissen die de rechtbank Midden-Nederland (sector kanton, locatie Almere) op 24 juli 2019 en op 2 oktober 2019 tussen partijen heeft gewezen;
doet opnieuw recht als volgt:
wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af;
veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten en stelt de door Job Angels gemaakte kosten vast op nihil voor de procedure bij de kantonrechter en op € 824,52 aan verschotten en € 2.361,- voor geliquideerd salaris van de advocaat voor de procedure ljikt hof;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. H. de Hek, M. Willemse en W.A. Zondag en is in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2022 door de rolraadsheer, in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Hoge Raad 31 maart 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1688.