Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht namens mr. Tahavol van 18 juli 2022 waarin is verzocht een psycholoog als getuige tijdens de mondelinge behandeling te doen horen;
De ouders hebben via een beeldbelverbinding (Teams) deelgenomen aan de mondelinge behandeling. De advocaat van vader was aanwezig en voor de moeder was mr. Sneper aanwezig, die waarnam voor mr. Tahavol. Namens de raad was een vertegenwoordiger aanwezig. Namens de GI waren twee vertegenwoordigers aanwezig.
Mr. Sneper heeft spreekaantekeningen overgelegd.
3.De feiten
Bij beschikking van 16 februari 2022 heeft de kinderrechter [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 16 mei 2022 en een spoedmachtiging verleend tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg, tot 16 maart 2022. De kinderrechter heeft de beslissing voor het overige aangehouden.
De GI heeft geen uitvoering gegeven aan de machtiging tot uithuisplaatsing omdat de ouders met [de minderjarige] in Turkije op een onbekend adres verblijven.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Dit geldt temeer waar de ouders sinds februari 2022 met hem in Turkije verblijven en de afstand is vergroot, waardoor het contact met de GI nog meer wordt bemoeilijkt.
De vader heeft in het aanvullende raadsonderzoek uitgebreider met de raad gesproken. Hij heeft de aantijgingen van de moeder aan zijn adres gemotiveerd weersproken, maar daar tegenover onder meer verklaard dat de moeder licht verstandelijk beperkt is en hij zich juist zorgen maakt over de veiligheid van [de minderjarige] bij de moeder.
De verklaringen die de ouders over en weer hebben afgelegd, maken het voor de GI lastig om overzicht te krijgen van wat er wel en niet daadwerkelijk is gebeurd, en ze nemen de zorgen over [de minderjarige] niet weg.
Ten slotte ervoer zij druk van de GI en is zij met [de minderjarige] naar de vader in Turkije vertrokken.
De ouders stellen dat zij therapie volgen en dat zij dit ook in Nederland willen (blijven) doen. De moeder heeft een psychologisch rapport over haar in het geding gebracht en een toelichting gegeven op de door de psycholoog over haar gedane uitspraken. Deze psycholoog constateert geen kenmerken van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis of borderline, De moeder is volgens de psycholoog therapietrouw. Ook de vader heeft een psychologisch rapport over hem in het geding gebracht. Deze psycholoog constateert bij hem geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een passief-agressieve, een paranoïde, een anti-sociale of een narcistische persoonlijkheidsstoornis of een aandachts- of concentratiestoornis.
De ouders willen hiermee aantonen dat zij samen een veilige opvoedomgeving kunnen bieden aan [de minderjarige] , maar zij willen pas naar Nederland terugkomen als er geen machtiging tot uithuisplaatsing meer ligt.