Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een brief van 18 juli 2022 van mr. Schipper-Heikens, met producties 18 tot en met 23;
De ouders hebben via een beeldbelverbinding (Teams) deelgenomen aan de mondelinge behandeling. De advocaat van vader was aanwezig en voor de moeder was mr. Sneper aanwezig, die waarnam voor mr. Tahavol. Namens de raad was een vertegenwoordiger aanwezig. Namens de GI waren twee vertegenwoordigers aanwezig.
Mr. Sneper heeft spreekaantekeningen overgelegd.
3.De feiten
Bij beschikking van 16 februari 2022 heeft de kinderrechter [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 16 mei 2022 en een spoedmachtiging verleend tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg, tot 16 maart 2022. De kinderrechter heeft de beslissing voor het overige aangehouden.
De GI heeft geen uitvoering gegeven aan de machtiging tot uithuisplaatsing omdat de ouders met [de minderjarige] in Turkije op een onbekend adres verblijven.
4.De omvang van het geschil
De vader verzoekt het hof om de beschikking van de kinderrechter van 28 februari 2022 met betrekking tot de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van 16 maart 2022 tot 16 mei 2022, te vernietigen. De moeder is het eens met het verzoek van de vader.
5.De motivering van de beslissing
Op 27 januari 2022 is er een overleg geweest bij de Jeugdbeschermingstafel en heeft de moeder, ten overstaan van haar grootvader, een politiemedewerker, een medewerker van Veilig Thuis, de jeugdbeschermer, iemand van het Crisis Interventie Team en een hulpverlener, meerdere verklaringen over de vader afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij vaak is mishandeld door vader. Zij heeft concrete voorbeelden genoemd. De moeder heeft ook verklaard dat zij jarenlang in een afhankelijkheidsrelatie heeft gezeten met de vader, waarbij hij druk op haar uitoefende om te werken als webcamgirl en prostituee. Iedere keer als zij weg probeerde te gaan bij vader en daarna weer terugkwam, waren de mishandelingen volgens haar veel forser. Veilig Thuis zegt dat ze foto’s heeft gezien van letsel bij de moeder: een geel oog en plekken op de arm.
De moeder benadrukte dat ze onvoldoende weerbaar is. Ook vertelde ze dat ze bang is voor represailles vanuit de vader. In 2019 heeft zij aangifte tegen vader gedaan van mensenhandel, maar deze aangifte heeft zij weer ingetrokken. Volgens de politie was dat onder druk en uit angst voor vader.
De raad heeft de vader, die op dat moment nog geen gezag had over [de minderjarige] , op 3 februari 2022 gesproken naar aanleiding van het concept-rapport. De vader was het eens met de ondertoezichtstelling, maar wilde de gehele familie bij het onderzoek betrekken. De vader stelt dat het rapport een eenzijdige weergave van de verklaringen van de moeder was. De vader heeft tegen de raad gezegd dat hij het vervelend vindt dat hij door zijn justitiële voorgeschiedenis wordt veroordeeld om dingen die hebben gespeeld tijdens zijn minderjarigheid en/of oude zaken. De vader heeft tegenover het Crisis Interventie Team verklaard dat de moeder licht verstandelijk en psychisch beperkt is en dat hij zorgen heeft over de veiligheid van zijn kind. Dat laatste heeft hij ook aan de raad verteld.
Gelet op de verklaringen van de moeder over de onveilige situatie bij de vader voor haar en [de minderjarige] , zijn in het kader van crisis interventie door het CIT met haar veiligheidsafspraken gemaakt. Deze afspraken hielden onder meer in dat [de minderjarige] opgroeit in een veilige omgeving, waarbij hij geen getuige is van oplopende spanningen en ruzies of escalaties tussen ouders. Dat de vader op dat moment nog niet in het onderzoek was betrokken, vind het hof gezien de zeer zorgelijke verhalen van de moeder en haar familie, de leeftijd van [de minderjarige] , de prioriteit bij zijn veiligheid en het gegeven dat de vader op dat moment geen gezag had, niet onzorgvuldig. Bovendien adviseerde de raad aanvankelijk alleen om een ondertoezichtstelling uit te spreken.
is een heel jong en kwetsbaar kind dat volledig afhankelijk is van zijn ouders. [de minderjarige] kan zichzelf niet onttrekken aan een onveilige situatie en is nog niet in staat daar iets over te zeggen (pre-verbale fase). Het waarborgen van de veiligheid van [de minderjarige] en nader onderzoek naar de situatie rond de ouders had de hoogste prioriteit. Dat is, gegeven de situatie en de zorgwekkende verklaring van de moeder, een begrijpelijke beslissing geweest.