ECLI:NL:GHARL:2022:7471

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
200.293.913
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de omgangsregeling en vaststelling van een nieuwe omgangsregeling tussen vader en kind

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen een vader en zijn kind. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Gelderland vernietigd en een nieuwe omgangsregeling vastgesteld. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Hermsen, en de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.F. Boland, zijn betrokken in deze procedure. Het hof oordeelt dat de vader en het kind recht hebben op omgang met elkaar en dat er binnen een jaar toegewerkt moet worden naar één of twee uur begeleide omgang per maand. Het hof is van mening dat de omgang meteen kan worden opgestart, zonder te wachten op de afronding van de speltherapie van het kind. Dit besluit is genomen na advies van de raad voor de kinderbescherming, die heeft aangegeven dat het belangrijk is dat het contact tussen de vader en het kind hersteld wordt, ondanks de angsten die het kind heeft. De moeder is het niet eens met het advies van de raad en vindt dat de omgang nog niet kan beginnen, maar het hof heeft besloten dat de omgangsregeling direct kan worden gestart. De ouders zijn verplicht om zich binnen vier weken na de beschikking te melden bij het Toegangsteam Jeugd voor begeleiding. Het hof heeft ook bepaald dat de moeder de vader maandelijks moet informeren over de ontwikkeling van het kind, inclusief recente foto's en belangrijke gebeurtenissen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.293.913
(zaaknummer rechtbank Gelderland 379645)
beschikking van 30 augustus 2022
inzake
[verzoeker],
wonende in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. K. Hermsen in Apeldoorn
en
[verweerster],
wonende in [woonplaats2] ,
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. W.F. Boland in Zutphen

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot nu toe verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van 4 november 2021.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
  • de brief van de raad van 28 april 2022 met bijlagen;
  • een journaalbericht van mr. Hermsen van 5 juli 2022 met bijlagen.
1.3
De mondelinge behandeling is hervat op 19 juli 2022. Daarbij waren aanwezig:
  • de vader met zijn advocaat;
  • de moeder met haar advocaat;
  • een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder te noemen: de raad).

2.De motivering van de beslissing

Omgang
2.1
De vader en [de minderjarige] hebben recht op omgang met elkaar. De rechter kan op verzoek van een ouder een omgangsregeling vaststellen of het recht op omgang ontzeggen (artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De rechter ontzegt het recht op omgang alleen, indien:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
het kind, of
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang
met zijn ouder heeft doen blijken, of
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind
2.2
In de tussenbeschikking van 4 november 2021 heeft het hof de raad verzocht een onderzoek in te stellen naar de omgang tussen de vader en [de minderjarige] .
2.3
De raad heeft zijn advies gegeven in het raadsrapport van 29 april 2022 en het advies tijdens de mondelinge behandeling verder toegelicht. De raad adviseert om binnen een jaar stapsgewijs toe te werken naar een begeleide omgang van één of twee uur per maand. De raad vindt het belangrijk dat het contact tussen [de minderjarige] en de vader hersteld wordt, maar denkt dat [de minderjarige] dat nog niet meteen aankan. De raad vindt dat [de minderjarige] (spel)therapie nodig heeft om de angsten en spanningen die hij voelt over de vader los te laten. De raad vindt dat de moeder (en haar gezin) ook hulp nodig hebben om [de minderjarige] de toestemming te geven om contact te hebben met zijn vader. Volgens de raad heeft de vader begeleiding nodig om te leren hoe hij kan aansluiten bij [de minderjarige] , zonder spanningen te veroorzaken bij de moeder en haar gezin. Het Toegangsteam Jeugd van de gemeente [gemeente] kan de ouders verder helpen in het vinden van begeleiding bij het opstarten van de omgang. De raad gaat ervan uit dat zowel de vader als de moeder zich hiervoor aanmeldt bij het Toegangsteam Jeugd binnen vier weken na deze beschikking.
2.4
De vader kan zich vinden in het raadsadvies. De vader vindt het vooral heel belangrijk dat hij weer contact krijgt met [de minderjarige] , zodat [de minderjarige] hem kan leren kennen. Als de omgang daarvoor begeleid moet zijn, legt de vader zich daarbij neer. De advocaat van de vader heeft het hof gevraagd om nog geen eindbeslissing te nemen in deze zaak. De advocaat wil graag dat de raad een vinger aan de pols houdt en kijkt of de omgang daadwerkelijk van de grond komt.
2.5
De moeder is het niet eens met het advies van de raad. Zij vindt dat de omgang nog niet opgestart kan worden, omdat [de minderjarige] daar nog niet aan toe is. Zij vindt dat er in de toekomst wel omgang moet komen, maar dat [de minderjarige] eerst de gebeurtenissen uit het verleden moet verwerken. De moeder heeft verteld dat zij [de minderjarige] heeft aangemeld voor speltherapie. Op 25 augustus 2022 vindt hiervoor het eerste gesprek plaats. Volgens de moeder moet in elk geval de speltherapie zijn afgerond, voordat de omgang opgestart kan worden.
2.6
Het hof is van oordeel dat de raad een juist advies heeft uitgebracht en zal dit advies overnemen. Dit betekent dat het hof een omgangsregeling zal vaststellen, waarbij binnen een jaar toegewerkt moet worden naar één of twee uur begeleide omgang per maand. Het hof is van oordeel dat hiermee niet gewacht hoeft te worden tot [de minderjarige] zijn speltherapie heeft afgerond. Het hof begrijpt dat het voor [de minderjarige] belastend zal zijn om weer omgang te hebben met zijn vader, omdat hij angstig is voor de vader. Het hof verwacht echter ook dat omgang met de vader de enige manier is om de angsten echt te kunnen wegnemen. Door de omgang is het mogelijk dat [de minderjarige] de vader leert kennen. Het hof is van oordeel dat de speltherapie en het opstarten van de omgang tegelijk kunnen plaatsvinden. Op die manier kan de speltherapeut in de gaten houden wat de omgang met [de minderjarige] doet en hierop inspelen. Het hof vindt het net als de raad erg belangrijk dat ook de beide ouders worden begeleid bij het opstarten van de omgang.
2.7
Het hof is van oordeel dat de eerste stappen naar omgang direct gezet kunnen worden en dat dit ook moet gebeuren. De vader en [de minderjarige] zijn namelijk al veel tijd met elkaar misgelopen. Om deze reden ziet het hof geen aanleiding om de beslissing in deze zaak aan te houden en neemt het hof een eindbeslissing. Het hof gaat er dan ook vanuit dat de ouders zich allebei binnen vier weken na deze beschikking melden bij het Toegangsteam Jeugd in [woonplaats2] . De raad heeft toegezegd in de gaten te houden of de ouders dit daadwerkelijk doen. Als zij dit niet doen, kan de raad beslissen om een onderzoek te starten naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel.
2.8
Het hof zal de bestreden beschikking vernietigen voor wat betreft de omgangsregeling en oordelen zoals omschreven in het dictum. Dit betekent dat het hof de nog openstaande verzoeken van de vader afwijst.
2.9
Dit betekent ook dat de informatieregeling die de rechtbank in de bestreden beschikking heeft vastgesteld, in stand blijft. Het hof benadrukt dat de moeder verplicht is om deze regeling na te komen en om de vader dus iedere maand te informeren over [de minderjarige] . Het informeren van de vader is van groot belang om de omgang tussen [de minderjarige] en de vader zo goed mogelijk te laten verlopen. De vader heeft de informatie namelijk nodig om goed te kunnen aansluiten bij [de minderjarige] .
Proceskosten
2.1
De moeder heeft verzocht om de vader te veroordelen in de kosten van deze procedure. Het hof ziet hiertoe geen aanleiding, omdat de vader naar het oordeel van het hof niet heeft gehandeld in strijd met de goede procesorde. Het hof zal daarom bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

3.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 10 februari 2021 voor wat betreft de informatieregeling, waardoor de volgende informatieregeling blijft gelden;
  • de moeder informeert de vader eens per maand, via de hulpverlening van de vader, over [de minderjarige] , waarbij ook een of meer recente foto’s van [de minderjarige] wordt verstrekt;
  • de moeder mag daarbij geacht worden de vader te informeren over de fysieke en emotionele ontwikkeling van [de minderjarige] , zijn ontwikkeling op school, bijzondere momenten en situaties in het leven van [de minderjarige] , maar ook bijvoorbeeld familieaangelegenheden en zijn vrije tijdsbesteding;
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 10 februari 2021 voor wat betreft de omgangregeling en stelt de volgende omgangsregeling vast;
- binnen één jaar wordt stapsgewijs toegewerkt naar een omgangregeling waarbij de vader en [de minderjarige] één keer per maand één of twee uur begeleide omgang hebben;
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Feunekes, K.A.M. van Os-ten Have en D.J.M. van de Voort, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is op 30 augustus 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.