Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
die hoger beroep heeft ingesteld,
en die bij de rechtbank optrad als verweerster,
hierna BKR verder te noemen,
vertegenwoordigd door mr. H.H. de Vries,
die ook hoger beroep heeft ingesteld,
die het incident heeft ingesteld,
en die bij de rechtbank optrad als verzoeker,
hierna [geïntimeerde] verder te noemen,
vertegenwoordigd door mr. M. de Boorder.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het beroepschrift, met producties,
- het verweerschrift, tevens incidenteel appel, met producties;
- het verweerschrift in incidenteel appel.
2.De kern van de zaak
Bijzonderheidscodering A2 - 12-3-2018
Bijzonderheidscodering A2 - 5-12-2015
Bijzonderheidscodering A3 - 27-12-2019
Nederland
2.5 De rechtbank heeft het primaire verzoek van [geïntimeerde] afgewezen en het subsidiaire verzoek toegewezen. BKR is bevolen binnen vijf dagen na betekening van de beschikking de door haar geregistreerde bijzonderheidscoderingen bij de kredietovereenkomsten 1, 3 en 4 (aangegaan met ICS, Santander en ABN AMRO) in het CKI van BKR op naam van [geïntimeerde] te (doen) verwijderen. Het verzoek tot het opleggen van een dwangsom en de veroordeling in de buitengerechtelijke kosten heeft de rechtbank afwezen. BKR is veroordeeld in de proceskosten.
3.Het oordeel van het hof in het incident
3.2 Vervolgens is BKR tegen de beschikking van de rechtbank van 14 januari 2022 in hoger beroep gekomen. Zij heeft het hof verzocht de verzoeken van [geïntimeerde] alsnog af te wijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten. [geïntimeerde] heeft hiertegen verweer gevoerd. [geïntimeerde] heeft op zijn beurt verzocht om BKR te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van de (bijzonderheids)codering(en) op naam van [geïntimeerde] bij de kredietovereenkomsten met ICS, Santander en ABN AMRO en BKR ertoe te veroordelen dat er geen enkele nieuwe (bijzonderheids)codering(en) op deze kredieten geplaatst mogen worden, met veroordeling van BKR in de kosten in beide instanties. Daarnaast heeft [geïntimeerde] in incident verzocht de beschikking van de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, aangezien dit in de procedure bij de rechtbank abusievelijk niet was verzocht.