ECLI:NL:GHARL:2022:744

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
21-002541-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens openlijk geweld met twijfel over identiteit verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 2002, was aangeklaagd voor openlijk geweld gepleegd op 20 juni 2020 te Nijmegen, waarbij hij samen met onbekende mededaders geweld zou hebben gepleegd tegen twee slachtoffers. De officier van justitie had een taakstraf en jeugddetentie geëist. Tijdens de zitting op 18 januari 2022 is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdachte had ontkend de persoon op een foto te zijn die door de politie was getoond, ondanks dat hij eerder had bekend dat hij op die foto stond. Het hof twijfelde aan de identiteit van de verdachte op basis van de verschillen in postuur en de verklaringen van getuigen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Daarom werd het vonnis van de kinderrechter vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002541-21
Uitspraak d.d.: 1 februari 2022
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 21 mei 2021 met parketnummer 05-327739-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
wonende te [woonplaats]

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 januari 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot veroordeling van verdachte ten aanzien van het hem primair ten laste gelegde tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen jeugddetentie. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. K. Coenders-El Dahri, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2020 tot en met 21 juni 2020 te Nijmegen openlijk, te weten, aan/op de [locatie 1] en/of het [locatie 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging, met een of meer onbekend gebleven daders, geweld heeft gepleegd tegen personen te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , door:
- die [slachtoffer 1] een of meermalen (met kracht) te duwen en/of
- die [slachtoffer 1] een of meermalen op zijn lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- die [slachtoffer 1] een of meermalen tegen zijn lichaam te schoppen en/of
- die [slachtoffer 1] een of meermalen tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam, te schoppen (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer 1] een of meermalen tegen zijn lichaam te schoppen (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer 2] een of meermalen tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam te slaan en/of stompen en/of
- die [slachtoffer 2] een of meermalen tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam, te slaan en/of te stompen en/of te schoppen (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer 2] een of meermalen tegen zijn lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag);
subsidiairhij op of omstreeks 20 juni 2020 te Nijmegen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door een of meermalen (met kracht) te schoppen op het lichaam van die [slachtoffer 1] (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Op 20 juni 2020 heeft er op het Waalstrand in Nijmegen een massale vechtpartij plaatsgevonden waarbij aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] het slachtoffer zijn geworden van fors geweld.
Zowel de aangevers als de getuigen kunnen geen duidelijke beschrijving geven van de dader(s), behalve dat er veel jongens met witte T-shirts aanwezig waren op het strand. In het dossier bevindt zich een filmpje van de vechtpartij waarop een jongen in een wit T-shirt, een lichte spijkerbroek met een groot gat bij de rechter knie en lichtgekleurde gymschoenen schoppende bewegingen maakt naar iemand die op de grond ligt.
De politie heeft later op de avond foto’s gemaakt van een aantal jongeren die van het strand afkomstig waren. Uit het dossier wordt niet duidelijk van hoeveel jongens foto’s zijn gemaakt en hoeveel mensen de politie daar ter plaatse heeft gezien.
Op één van de foto’s (op pagina 68 van het proces-verbaal) is een jongen te zien met een wit shirt en een lichte spijkerbroek met een groot gat bij de rechter knie. Deze jongen draagt tevens lichtgekleurde gymschoenen. In het proces-verbaal is opgenomen dat de jongen op deze foto [verdachte] is. Hoewel verdachte bij de politie heeft bekend de jongen te zijn op een foto die ze hem hebben laten zien, heeft hij ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep ontkend dat hij de jongen is op de hiervoor genoemde foto. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat dat niet de foto is die hem bij de politie is getoond en dat hij geen spijkerbroeken of lichtgekleurde (witte) gymschoenen bezit en dat hij destijds een heel stuk zwaarder was.
Het hof heeft, mede gelet op het verschil in postuur van de persoon op de hiervoor genoemde foto in vergelijking met de waarneming van het hof van het postuur van verdachte ter terechtzitting en de verklaring van verdachte aldaar dat hij destijds een stuk zwaarder was, twijfel of verdachte daadwekelijk de op de foto afgebeelde persoon is.
Het hof twijfelt er niet aan dat de persoon op de genoemde foto tevens de persoon is die op het filmpje de schoppende bewegingen maakt. Naast de twijfel of verdachte de persoon op de foto is, ontbreekt het in het dossier aan andere bewijsmiddelen waaruit blijkt dat verdachte wel degene is die op het filmpje de schoppende bewegingen maakt.
Het hof merkt daarbij nog op dat de situatie op het strand een erg onoverzichtelijke situatie is geweest en er zijn meerdere verklaringen in het dossier aanwezig dat gehoord is dat iemand anders dan verdachte heeft verklaard dat hij een man van 30 jaar, wat zou wijzen op de aangever die op de grond is beland en toen is geschopt, in elkaar heeft geslagen.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. K.A.J.M. Wetzels en mr. H.W. Samson-Geerlings, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. de Paauw - de Jong, griffier,
en op 1 februari 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. H.W. Samson-Geerlings en mr. J. de Paauw - de Jong zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.