ECLI:NL:GHARL:2022:741
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M.L. van der Bel
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- R. Feunekes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over terugbrengen van minderjarige door vader zonder gezag naar moeder met gezag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding, waarbij de vader zonder gezag is aangesproken om de minderjarige [de minderjarige2] terug te brengen naar de moeder, die wel gezag heeft. De moeder heeft de vader opgeroepen om in kort geding te verschijnen, nadat hij de minderjarige op 4 september 2021 had meegenomen zonder haar toestemming. De voorzieningenrechter heeft op 28 oktober 2021 de vader bevolen om de minderjarige binnen een dag terug te brengen en hem te veroordelen tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming. De vader is in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis, met als doel de vernietiging van de uitspraak en afwijzing van de vorderingen van de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2022 is gebleken dat de vader de minderjarige heeft ondergebracht bij een derde en dat er een verslechtering is opgetreden in de relatie tussen de minderjarige en de moeder. Het hof heeft vastgesteld dat de vader geen ouderlijk gezag heeft en dat hij de minderjarige niet zonder toestemming van de moeder mocht meenemen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter bevestigd tot 22 december 2021, maar vernietigd voor de periode daarna, omdat er sindsdien nieuwe afspraken zijn gemaakt tussen partijen en er een gezinsmanager is aangesteld om contactherstel te bevorderen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.