Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Onderwerp
2.Belangrijke informatie
3.De beslissing van de kinderrechter
4.Het hoger beroep
5.De rechtszaak bij het hof
6.De redenen voor de beslissing
Ingevolge 1:377a lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ontzegt de rechter het recht op omgang slechts, indien:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
De GI heeft vervolgens gedragsregels opgesteld voor de omgangsmomenten, en die op 10 januari 2022 aan de moeder en de pleegouders gestuurd. Die gedragsregels zijn:
Moeder zei dat ze geen vrij kan krijgen van haar werk en de GI is alleen beschikbaar tijdens kantooruren. Op initiatief van de GI is er op 5 april 2022 een videobelmoment tussen de moeder en [de minderjarige1] geweest, waarbij de voogd op verzoek van [de minderjarige1] aanwezig was. Tijdens dit videobelmoment heeft de moeder, in strijd met de door de GI gegeven gedragsregels, onder meer benoemd dat zij vindt dat [de minderjarige1] niet bij de pleegouders hoort te wonen. Dit soort opmerkingen brengen [de minderjarige1] in een loyaliteitsconflict.