ECLI:NL:GHARL:2022:6881

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
4 augustus 2022
Zaaknummer
21-005423-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar rechterlijke machtiging in het kader van de Wet forensische zorg

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 augustus 2022 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. Het hof heeft het onderzoek heropend omdat het zich nog onvoldoende geïnformeerd achtte over de mogelijkheden voor een rechterlijke machtiging in het kader van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg. Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen om alle onderliggende stukken met betrekking tot het verzoek aan Trajectum om een medische verklaring, evenals de onderliggende bevindingen van de betrokken arts, aan het hof over te leggen. Tevens is er een onafhankelijke ter zake kundige arts opgedragen om een medische verklaring op te stellen, zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het hof heeft ook het CIZ opgedragen om een advies uit te brengen. Tijdens een regiezitting zal het hof verder geïnformeerd worden over de lopende procedure en de deskundigen zullen worden gehoord. Het hof heeft besloten dat het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden zal worden geschorst, om de benodigde stukken te verzamelen en de deskundigen te horen. De beslissing van het hof is genomen in het belang van een zorgvuldige behandeling van de zaak.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005423-21
Uitspraak d.d.: 3 augustus 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 7 december 2021 met parketnummer 18-110096-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 9 mei 2022 en 20 juli 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de eerste rechter. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft ook kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C.W. Dirkzwager, naar voren is gebracht.

Heropening

Bij tussenarrest van 23 mei 2022 heeft het hof het onderzoek heropend en beslist dat het openbaar ministerie de mogelijkheden voor een rechterlijke machtiging in het kader van artikel 2.3 Wet forensische zorg en het daarbij voor verdachte passende beveiligingsniveau 3 of 4 verdergaand zal onderzoeken en te dier zake een rechterlijke machtiging voor te bereiden, met toepassing van het bepaalde in artikel 28a Wet zorg en dwang. Kort voor de zitting heeft het openbaar ministerie het hof een brief doen toekomen d.d. 18 juli 2022 van officieren van justitie [persoon] en [persoon] waarin kort gezegd is aangegeven dat Trajectum is aangezocht tot het opstellen van een medische verklaring, dat mevrouw [specialist] van Trajectum op 1 juli 2022 te kennen heeft gegeven geen medische verklaring af te kunnen geven voor de aanvraag van een rechterlijke machtiging en dat de procedure in een impasse is geraakt.
Ter zitting is namens verdachte primair verzocht om alsnog op basis van de beschikbare stukken en gegevens de rechterlijke machtiging ambtshalve te verlenen. Subsidiair is verzocht om aanhouding van de zaak omdat de verdediging zich niet kan verenigen met de beperkte pogingen die zijn verricht door het openbaar ministerie om aan de opdracht van het hof te voldoen en de toelichtingen die zijn gegeven.
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bevestiging van het vonnis van de eerste rechter. Nader onderzoek wordt door de advocaat-generaal niet noodzakelijk geacht.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof wijst het primaire verzoek van de verdediging om ambtshalve toepassing te geven aan 2.3 Wfz en ingevolge dat artikel een rechterlijke machtiging af te geven, thans af, nu het hof zich nog onvoldoende geïnformeerd acht over de mogelijkheden voor een rechterlijke machtiging in het kader van artikel 2.3 Wet forensische zorg.
Het hof wijst het subsidiaire verzoek van de raadsvrouw toe, met dien verstande dat het onderzoek zal worden heropend voor nader onderzoek.
Het hof constateert dat het openbaar ministerie door enkel voormelde brief over te leggen in onvoldoende mate heeft voldaan aan de opdracht van het hof, voorzover dat nu is te beoordelen.
Het voorgaande leidt ertoe dat het hof het openbaar ministerie opdracht geeft alle onderliggende stukken met betrekking tot het verzoek aan Trajectum om een medische verklaring alsook de onderliggende bevindingen van arts [specialist] aan het hof over te leggen.
Daarnaast geeft het hof het openbaar-ministerie andermaal opdracht een onafhankelijke ter zake kundige arts een medische verklaring te doen opstellen, zoals bedoeld in artikel 27 Wzd, en deze verklaring met onderliggende stukken aan het hof over te leggen.
Ook draagt het hof het openbaar ministerie op andermaal het CIZ te benaderen teneinde een advies te uit te brengen en dit advies te doen overleggen.
Het hof acht het wenselijk tijdens een
regiezittingte worden geïnformeerd over de (lopende) procedure. Het hof acht het eveneens aangewezen op deze zitting deskundige psychiater [specialist] (andermaal) te bevragen omtrent de bevindingen over de persoonlijkheid van de verdachte, mede bezien in het licht van de verzochte rechterlijke machtiging.
De regiezitting dient plaats te vinden nadat de gevraagde stukken zijn opgesteld en in ieder geval binnen een periode van drie maanden. Het hof acht het aangewezen dat daartoe na te melden (getuige-)deskundigen ter zitting worden gehoord:
- de rapporterend terzake kundige arts (gegevens nog onbekend);
- de opsteller van het CIZ-advies (gegevens nog onbekend);
- [specialist] , psychiater (NIFP).
- de officier van justitie [persoon] of [persoon] (afdeling Verplichte Zorg)
Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.
Draagt de advocaat-generaal op:
- alle onderliggende stukken met betrekking tot het verzoek aan Trajectum om een medische verklaring alsook de onderliggende bevindingen van arts [specialist] aan het hof over te leggen;
- een onafhankelijke ter zake kundige arts een medische verklaring te doen opstellen, zoals bedoeld in artikel 27 Wzd, en deze verklaring met onderliggende stukken aan het hof over te leggen.
- het CIZ een advies te doen uitbrengen.
Bepaalt dat een
regiezittingzal plaatsvinden
binnen drie maanden na heden.
Beveelt de oproeping van de navolgende
(getuigen-)deskundigentegen het nog nader te bepalen regiezitting:
  • de rapporterend arts(gegevens nog onbekend);
  • de opsteller van het CIZ-advies(gegevens nog onbekend);
  • [persoon], dan wel
    [persoon], beide officier van justitie;
  • [specialist], psychiater (NIFP)
Beveelt de oproeping van de verdachte en een tolk in de taal Italiaans tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van de verdachte en aan mr. C.H. van Keulen, de advocaat van verdachte in het kader van de procedure op grond van artikel 2.3 Wet forensische zorg.
Aldus gewezen door
mr. F. van der Maden, voorzitter,
mr. E.M.J. Brink en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 3 augustus 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.