In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], die van 1 januari 1977 tot 29 september 2021 in dienst was bij Volmac Software Group, de rechtsvoorganger van Capgemini Nederland B.V. [appellant] vordert een verklaring voor recht dat de pensioenregeling geen grondslag biedt voor de door Capgemini doorgevoerde wijzigingen en dat Capgemini aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden door deze wijzigingen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, waarna hij in hoger beroep is gegaan.
In het hoger beroep heeft [appellant] een incidentele vordering ingesteld op grond van artikel 843a Rv, waarin hij inzage vordert in een rapport dat door Capgemini is opgesteld. Dit rapport zou aantonen dat de deelnemers van de Oud Volmac regeling, waaronder [appellant], niet benadeeld zijn door de handelswijze van Nationale-Nederlanden in de jaren 2005-2015. Capgemini heeft echter aangevoerd dat zij niet over het rapport beschikt en dat de ondernemingsraad de opdrachtgever was van het onderzoek.
Het hof heeft de zaak aangehouden en [appellant] in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stellingen van Capgemini. De beslissing in het incident is op 2 augustus 2022 gewezen, waarbij het hof de zaak heeft verwezen naar een roldatum voor akte uitlating aan de zijde van [appellant].