Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 26 november 2014 te [plaats] , in de [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 436 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of ongeveer 13568 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 26 november 2014, te [plaats] ,in de [gemeente] , althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal 29700 euro), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal 29700 euro), was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal 29700 euro), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 26 november 2014 te [plaats] , in de [gemeente] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op 26 november 2014, te [plaats] , in de [gemeente] , althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal 29.700 euro) voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde onder 1
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde onder 2
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
57 (zevenenvijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.