In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 19 augustus 2021, die de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel had beëindigd. Het hof oordeelt dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel vereist is, omdat de veroordeelde, die in de periode van zijn vrijlating opnieuw verdacht wordt van het plegen van vermogensdelicten, een risico vormt voor de veiligheid en de openbare orde. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde, ondanks dat hij nog niet onherroepelijk is veroordeeld voor deze nieuwe delicten, voldoende verdenkingen oproept die wijzen op een verhoogd recidiverisico. De beslissing van het hof is gebaseerd op de noodzaak om de maatschappij te beschermen tegen mogelijke onveiligheid en verloedering van het publiek domein. Het hof heeft ook overwogen dat de veroordeelde op termijn zal worden overgebracht naar Roemenië in het kader van overlevering, maar dat dit niet betekent dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet zinvol is. Tot nu toe is er gewerkt aan het verminderen van het drugsgebruik van de veroordeelde, en het hof verwacht dat de penitentiaire inrichting zal blijven zoeken naar mogelijkheden om het recidiverisico te verminderen en de terugkeer naar Roemenië voor te bereiden.