Uitspraak
[appellant],
de gemeente,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verkoop van een stuk onbebouwde grond door de gemeente Oldambt. De appellant, die zich beroept op een koopovereenkomst met de gemeente, vordert nakoming van deze overeenkomst. De gemeente heeft echter de grond aan een andere omwonende, [naam1], verkocht. De appellant vreest dat het open karakter van het perceel verloren gaat door deze verkoop. De rechtbank heeft de vorderingen van de appellant afgewezen, waarna hij in hoger beroep is gegaan.
De procedure in hoger beroep begon met een mondelinge behandeling op 4 mei 2022, naar aanleiding van een eerder arrest van 14 september 2021. De appellant heeft zijn vorderingen opnieuw onderbouwd, maar het hof oordeelt dat de gemeente niet onrechtmatig heeft gehandeld door de grond aan [naam1] te verkopen. Het hof stelt vast dat er geen bindende koopovereenkomst met de appellant tot stand is gekomen, en dat de gemeente haar bevoegdheid om de grond te verkopen niet in strijd met de wet heeft uitgeoefend.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat de gemeente voldoende transparant is geweest in haar selectieprocedure voor de verkoop van de grond. De appellant heeft geen recht op de grond, en de gemeente heeft de belangen van alle omwonenden in acht genomen. De kosten van het hoger beroep worden aan de appellant opgelegd.