Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak verzoekt de vrouw de vernietiging van akten tot wijziging van huwelijkse voorwaarden die tijdens het huwelijk zijn opgemaakt. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wijst het verzoek in hoger beroep af. De zaak betreft de huwelijkse voorwaarden die partijen bij notariële akte hebben opgemaakt voorafgaand aan hun huwelijk in 1997. Gedurende het huwelijk zijn deze voorwaarden tweemaal gewijzigd, maar de vrouw stelt dat zij niet goed is voorgelicht over de gevolgen van deze wijzigingen. Het hof oordeelt dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over dwaling en onrechtmatige daad door de man. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de vrouw bij het ondertekenen van de akten gedwaald heeft, maar het hof komt tot de conclusie dat de akten geldig zijn en dat de vrouw niet benadeeld is. Daarnaast wordt in de zaak ook de verdeling van de woning aan de [adres] te [woonplaats1] behandeld. De man verzoekt de woning aan hem toe te delen, maar het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank om de woning te verkopen aan een derde. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn.