ECLI:NL:GHARL:2022:6214

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
200.280.891
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van curatele op basis van ernstige psychiatrische stoornis en gebrek aan ziekte-inzicht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de curatele van een verzoeker die lijdt aan chronische schizofrenie. De rechtbank Gelderland had eerder op 15 april 2020 een beschikking gegeven die de curatele van de verzoeker instelde. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.B. Boone, heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet onder curatele gesteld zou moeten worden. Het hof heeft echter op basis van een deskundigenrapport van psychiater [naam1] vastgesteld dat de verzoeker een ernstige psychiatrische stoornis heeft, die zijn vermogen om zijn eigen belangen te behartigen ernstig beïnvloedt. Het rapport concludeert dat de verzoeker niet in staat is om zijn financiën op een verantwoorde manier te beheren en dat hij een gevaar voor zichzelf en anderen kan vormen zonder de nodige begeleiding en medicatie.

Het hof heeft de eerdere beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij werd vastgesteld dat de maatregel van curatele noodzakelijk blijft. De psychiater heeft in zijn rapport aangegeven dat de verzoeker, door zijn aandoening, niet in staat is om adequaat te functioneren zonder professionele hulp. Het hof heeft ook opgemerkt dat de verzoeker in het verleden problemen heeft vertoond, zoals dwangopnames en ongecontroleerd gedrag, wat de noodzaak van curatele onderstreept. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 1.452,- en zullen ten laste van het bewind worden gebracht. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.280.891
(zaaknummer rechtbank Gelderland 8255179)
beschikking van 19 juli 2022
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. J.B. Boone te Wijk bij Duurstede,
en
de besloten vennootschap [de verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster in hoger beroep, verder te noemen: de curator.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 20 januari 2022 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikkingen van 25 november 2021 en van 20 januari 2022.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het deskundigenrapport van psychiater [naam1] van 22 april 2022, met producties;
  • een brief van mr Boone van 3 juni 2022.

2.De motivering van de beslissing

2.1
Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in voormelde tussenbeschikkingen, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
2.2
In zijn rapport van 22 april 2022 verklaart de psychiater dat bij [verzoeker] sprake is van een chronisch psychotisch beeld met paranoïde wanen en gebrek aan ziektebesef en ziekte-inzicht. Dit beeld is te diagnosticeren als schizofrenie. [verzoeker] is door de jaren heen onvoldoende in staat geweest om zonder professionele hulp zijn eigen belangen op een adequate wijze te behartigen. Een zorgmachtiging en intensieve begeleiding en anti-psychotische medicatie zijn nodig om een en ander enigszins beheersbaar te houden. Gebleken is in eerdere situaties dat [verzoeker] zichzelf en anderen in gevaar kan brengen. Verder is er cannabisafhankelijkheid waarbij [verzoeker] de neiging heeft om veel te blowen, wat psychotische ontregeling kan veroorzaken.
De psychiater acht [verzoeker] ook niet in staat om zijn eigen financiën op een verantwoorde wijze te beheren. Hij zal, als hij beschikking zou hebben over zijn vermogen, zijn geld hoogstwaarschijnlijk te pas en te onpas uitgeven, waarbij anderen ook misbruik van hem zullen maken, waardoor hij uiteindelijk in ernstige moeilijkheden zal komen en waarschijnlijk berooid zal achterblijven. Een ondercuratelestelling acht de psychiater bij [verzoeker] een geëigende maatregel, aldus de beschouwing in het deskundigenrapport.
2.3
Het antwoord op de in de tussenbeschikking van het hof van 20 januari 2022 gestelde vragen is - kort gezegd - dat [verzoeker] duurzaam niet in staat is om zijn belangen behoorlijk waar te nemen en dat hij ook de veiligheid van zichzelf en anderen in gevaar kan brengen.
Als gevolg van zijn ernstige psychiatrische stoornis met ontbrekend ziekte-inzicht is hij niet in staat zijn financiën te beheren, is hij niet in staat om te plannen, mist hij ieder overzicht, en kan hij zakelijke transacties niet op een verantwoordelijke manier aangaan. Kortom; [verzoeker] is niet in staat om zijn belangen naar behoren te behartigen.
2.4
In de brief van 3 juni 2022 bericht de advocaat van [verzoeker] dat [verzoeker] zich voor een deel in de rapportage kan vinden, doch dat [verzoeker] meent dat de rapportage op een aantal punten hem geen recht doet. Kort gezegd meent [verzoeker] dat er geen reden is om hem onder curatele te stellen. Hij wil verlost worden van zijn curator nu elke redelijke beschikking over zijn vermogen onmogelijk wordt gemaakt.
2.5
De curator is in de gelegenheid gesteld op het deskundigenrapport te reageren, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
2.6
Het hof is van oordeel dat, op basis van onder meer de bevindingen uit het deskundigenrapport, voldoende is komen vast te staan dat bij [verzoeker] sprake is van een ernstige psychiatrische stoornis, chronische schizofrenie, die maar zeer beperkt behandelbaar is en dat bij [verzoeker] elk ziekte-inzicht ontbreekt. Uit de stukken is voldoende gebleken dat [verzoeker] fors ontregeld kan raken bij het ontbreken van anti psychotische medicatie. [verzoeker] veroorzaakt dan problemen en is een gevaar voor zichzelf of voor anderen. Het hof verwijst naar hetgeen in de brief van 10 december 2019 van psychiater [naam2] en sociaal psychiatrisch verpleegkundige [naam3] is verklaard omtrent het problematische gedrag van [verzoeker] in 2018 en 2019, het zonder toestemming vertrekken naar het buitenland, de dwangopnames in de psychiatrie in Duitsland en in België, de ziekenhuis opname in Milaan en de noodzakelijke repatriëringen naar Nederland vanuit België en Milaan.
Ook op dit moment ontbreekt bij [verzoeker] nog steeds inzicht in zijn ziekte..
2.7
Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van het hof voldoende dat de maatregel van curatele nog immer noodzakelijk is en dat voldoende behartiging van de belangen van [verzoeker] niet met een minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
Het hof zal de bestreden beschikking dan ook bekrachtigen.
2.8
De deskundige heeft de kosten van zijn onderzoek begroot op € 1.452,-. De bewindvoerder heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat die kosten ten laste van het bewind mogen worden gebracht. Het hof zal dienovereenkomstig beslissen.

3.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 15 april 2020;
bepaalt dat de kosten van het deskundigenonderzoek, begroot op € 1.452,-, ten last van het bewind worden gebracht, en beveelt de curator dit bedrag over te maken naar [naam1] te [plaats1] , psychiater, bankrekeningnummer [nummer1] , onder vermelding van notanummer: [nummer2] , voor zover dit nog niet heeft plaatsgevonden;
bepaalt dat de griffier een kopie van de nota van de deskundige aan de curator zal toe sturen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Krijger, R. Feunekes en E. de Boer, bijgestaan door W.W.M.W. van den Bosch als griffier, en is op 19 juli 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.