Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om vervangende toestemming te verlenen voor zijn voorgenomen verhuizing naar [plaats2] of [plaats3] en om de zorgregeling voor de kinderen te wijzigen. De vader had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland, dat was afgewezen. De rechtbank had bepaald dat de vader niet met de kinderen mocht verhuizen buiten [woonplaats1], omdat dit de huidige zorgregeling zou verstoren. De vader was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep.
Het hof overwoog dat de vader recht heeft op vrije verplaatsing, maar dat dit recht beperkt kan worden door de belangen van de kinderen. De huidige zorgregeling, waarbij de kinderen om de week bij de vader en de moeder verblijven, was goed voor de kinderen en had rust gebracht in hun leven. De vader stelde dat zijn verhuizing geen negatieve impact zou hebben op de zorgregeling, maar het hof oordeelde dat de belangen van de kinderen zwaarder wogen dan de belangen van de vader om te verhuizen. Het hof concludeerde dat de huidige regeling in stand moest blijven, omdat deze in het belang van de kinderen was.
De vader's verzoek om de zorgregeling te wijzigen werd afgewezen, en het hof bevestigde dat de vader niet met de kinderen mocht verhuizen buiten [woonplaats1]. De beslissing van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, maar de kern van de zorgregeling bleef intact. De kosten van het geding werden gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familierechtelijke procedures.