Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte van de vrouw d.d. 24 mei 2022 met één bijlage;
- een akte uitlatingen van de man d.d. 7 juni 2022 met productie 10, en
- een akte van de vrouw d.d. 7 juni 2022.
2.De vaststaande feiten
Artikel 1
VASTSTELLINGSOVEREENKOMST/CONVENANT
2.VERDELING HUWELIJKSGEMEENSCHAP
- de woning welke is gelegen aan [adres] te [woonplaats2] en eigendom is van de man;
- de op de voornoemde woning rustende hypothecaire geldlening welke is afgesloten bij [de bank] en toebehoort aan de man;
- de bij de huwelijkse voorwaarden het genoemde in de staat van aanbrengsten, te weten voor zowel de man als de vrouw zijn/haar kleding en sieraden ten huwelijk aangebracht.
- inboedel
- gemeenschappelijke bank- en spaarrekeningen
- motorvoertuig
3.DE PENSIOENEN EN DE VEREVENING DAARVAN
- de vrouw een recht op uitbetaling zal verkrijgen jegens de in artikel 3.1.1. vermelde pensioenuitvoerder(s) ter grootte van 0,0% van het ouderdomspensioen van de man, voor zover dit gedurende het huwelijk is opgebouwd; en
- de man een recht op uitbetaling zal verkrijgen jegens de in artikel 3.1.2. vermelde pensioenuitvoerder(s) ter grootte van 0,0% van het ouderdomspensioen van de vrouw, voor zover dit gedurende het huwelijk is opgebouwd;
8.ONVOLLEDIGE INFORMATIE
Partijen verklaren uitdrukkelijk en zonder voorbehoud dat de in het convenant vermelde opsomming van de gemeenschappelijke boedel volledig is en dat geen enkel boedelbestanddeel voor de ander is achtergehouden. Indien naderhand mocht blijken dat de opsomming toch niet volledig is geweest, zal dit worden aangemerkt als opzettelijk verzwijgen, zoekmaken of verborgen gehouden als bedoeld in artikel 3:194 tweede lid BW. In dat geval zal hetgeen verzwegen is toekomen aan de ander.
9.KWIJTING
Partijen verklaren hierbij dat zij hun huwelijksgemeenschap met inachtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid hebben afgewikkeld. Tevens verklaren zij, behoudens met betrekking tot de rechten en plichten genoemd in dit convenant, niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar algehele en finale kwijting te verlenen.
3.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de rechtbank
4.Het geschil in hoger beroep
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 9 augustus 2022, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;