Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, dat op 22 april 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1975 en wonende te [woonplaats], was in eerste aanleg ontslagen van alle rechtsvervolging na een beroep op noodweer. De officier van justitie heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 4 juli 2022 heeft het hof het dossier bestudeerd en de vordering van de advocaat-generaal gehoord. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D. Schaddelee, heeft ook haar standpunten naar voren gebracht.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde terecht bewezen heeft verklaard en de verdachte terecht van alle rechtsvervolging heeft ontslagen. Het hof bevestigt het vonnis, maar voegt enkele gronden toe aan de overwegingen van de rechtbank. Het hof wijst op de lemmetlengte van het mes dat door de verdachte is gebruikt, wat relevant is voor de beoordeling van voorwaardelijk opzet.
In de beslissing verklaart het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, en veroordeelt de verdachte in de kosten die door de benadeelde partijen zijn gemaakt, begroot op nihil. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.