Uitspraak
mr. A. Elgersma, raadsheren in dit hof, locatie Leeuwarden,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juli 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de raadsheren die betrokken waren bij zijn rechtszaak tegen zijn voormalig werkgever, DOC Kaas B.V. Het wrakingsverzoek was ingediend op 25 mei 2022, terwijl de mondelinge behandeling in de oorspronkelijke zaak op 10 mei 2022 had plaatsgevonden. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.P.W.A. Bink, stelde dat de raadsheren partijdig waren geweest tijdens de behandeling van zijn zaak, wat leidde tot zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer oordeelde echter dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de feiten en omstandigheden die aanleiding gaven tot het verzoek al op 10 mei 2022 bekend waren. De wrakingskamer benadrukte dat verzoeker en zijn advocaat niet tijdig hebben gereageerd op de vermeende partijdigheid en dat er geen belemmeringen waren voor een eerdere indiening van het wrakingsverzoek. Hierdoor werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.