In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.W. de Gruijl, en de vader, vertegenwoordigd door mr. S.E.W.C.M. Kneepkens, zijn in een langdurige juridische strijd verwikkeld over de zorg en opvoeding van hun kinderen, geboren in 2006 en 2008. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 24 januari 2022 het verzoek van de vader om het gezag van de moeder te beëindigen toegewezen, wat de moeder in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden rondom de zorg voor de kinderen zijn gewijzigd. De communicatie tussen de ouders is slecht en er is sprake van een voortdurende strijd, wat leidt tot onveilige situaties voor de kinderen. De moeder heeft sinds de zomer van 2020 geen contact meer gehad met de oudste minderjarige en heeft slechts beperkte omgang met de jongste. Het hof oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat de vader het eenhoofdig gezag krijgt, omdat de gezamenlijke gezagsuitoefening niet meer mogelijk is. De moeder heeft niet adequaat gereageerd op verzoeken van de vader en de GI, en heeft belangrijke beslissingen met betrekking tot de kinderen niet ondersteund.
Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de vader het ouderlijk gezag over de kinderen zal uitoefenen. Deze beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die klem zitten tussen de ouders en behoefte hebben aan stabiliteit en duidelijkheid in hun opvoeding.