Uitspraak
[appellant]te noemen,
Turiente noemen,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep
- het tussenarrest van 9 november 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 16 juni 2022 is gehouden.
2.De kern van de zaak
2.2 Het geschil heeft de volgende feitelijke achtergrond.
a.) [appellant] had haar auto, een Mercedes Benz, all-risk verzekerd bij Turien.
b.) Op 2 februari 2015 is op naam van [appellant] bij Turien een schade gemeld aan haar auto, die op 16 januari 2015 zou zijn ontstaan. De heer [naam1] zou met een door hem gehuurde Iveco bestelauto waarvan de laadklep was geopend, achteruitrijdend zijn gebotst op de geparkeerde auto van [appellant] , die overdwars stond op de oprit naar het bedrijfspand van de zoon van [naam1] aan de [adres1] te [woonplaats1] .
c.) Turien heeft de schade laten vaststellen door een expert en op basis van “total-loss” een schadeuitkering gedaan aan [appellant] van € 31.038,-.
d.) Turien heeft bij TVM, de verzekeraar van de bestelauto, vergoeding van de schadeuitkering gevorderd. TVM heeft een onderzoek laten instellen door Drenten & Buitenhuis. In hun rapport van 29 juni 2016 concluderen zij onder andere dat volgens het autovolgsysteem dat zich in de bestelauto bevond (GPS TrackJack systeem) de bestelauto op 16 januari 2015 niet op de [adres1] te [woonplaats1] is geweest, dus ook niet op het adres [adres1] . TVM heeft niet voldaan aan de vordering van Turien.
e.) In een brief van 11 oktober 2016 heeft Turien [appellant] bericht over het door TVM uitgevoerde onderzoek en meegedeeld dat ernstige twijfels waren gerezen of de aanrijding wel op de opgegeven wijze had plaatsgevonden. [appellant] wordt in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren.
f.) In een brief van 19 december 2016 heeft de heer [naam2] , de partner van [appellant] , namens [appellant] gereageerd op de brief van 11 oktober 2016. Volgens de brief vormen de geuite twijfels een “lelijke en onterechte beschuldiging”.
g.) Turien heeft op 28 februari 2017 het onderzoeksbureau Hoofddorp opdracht gegeven een onderzoek in te stellen. In haar rapport van 14 maart 2017 bericht Hoofddorp (onderzoeker: de heer [naam3] ) onder andere dat zij alle door het TrackJack systeem geregistreerde ritten heeft verwerkt in een schema. Volgens dat schema is de bestelauto op 16 januari 2015 niet geweest op het adres [adres1] te [woonplaats1] . Verder vermeldt het rapport dat verklaringen van verschillende betrokkenen -verklaringen van [naam1] , [appellant] , [naam2] en [naam4] (de berger van de auto)- niet met elkaar in overeenstemming zijn. En dat de gestelde toedracht van de botsing -de laadklep van de bestelauto heeft de deuren van de Mercedes geraakt en heeft vervolgens die auto doen kantelen, waarbij de Mercedes klem kwam te zitten onder de laadklep- zeer onwaarschijnlijk is. Volgens Hoofddorp is het achterwiel van de bestelauto aangedreven en heeft die daarom geen aandrijving meer gehad zodra de achterwielen via de laadklep omhoog werden getild.
2.6 Turien wil dat de veroordeling in stand blijft. Wel heeft zij op haar beurt ook hoger beroep ingesteld, omdat zij wil dat van [appellant] nog in de buitengerechtelijke kosten wordt veroordeeld, door Turien gesteld op een bedrag van € 1.358,79, nog te vermeerderen met € 1.452,- aan kosten van Hoofddorp en € 5.758,20 aan advocaatkosten in hoger beroep.
3.Het oordeel van het hof
3.2 Bij de beantwoording van die vraag stelt het hof voorop dat de stelplicht en de bewijslast dat de schademelding berust op een opzettelijk onjuiste verklaring over de toedracht, rust op Turien. Niet ter discussie staat dat als die vraag bevestigend moet worden beantwoord, Turien aanspraak heeft op terugbetaling van de schadeuitkering te vermeerderen met de gestelde onderzoekskosten.
- [appellant] , [naam2] , [naam1] en [naam4] hebben tegenstrijdige verklaringen afgelegd, ook op essentiële punten, zoals de datum, de plaats en de wijze van bergen van de Mercedes. Die tegenstrijdigheden geven een duidelijk beeld van frauduleus handelen;
- TVM en Hoofddorp hebben allebei vastgesteld dat het TrackJack systeem goed functioneerde. Uit de registratie door dat systeem van de op 16 januari 2015 met de bestelauto gereden ritten blijkt dat de bestelauto die dag niet op de [adres1] in [woonplaats1] is geweest;
- Hoofddorp heeft vastgesteld dat de toedracht van de botsing wel heel onwaarschijnlijk is, omdat een Iveco achterwiel aangedreven is en geen aandrijving meer heeft op het moment dat hij via de laadklep omhoog getild wordt.
- Broekslagen 12 – Broekslagen 12
- Broekslagen 12 – Steenwijkerstraatweg 1 (Meppel)
- Steenwijkerstraatweg 1 – Zomerdijk (Meppel)
- Zomerdijk – Gasthuisdijk (Wanneperveen)
- Gasthuisdijk – Lange Baan 14 (Steenwijk)
- Lange Baan 14 – Thijlingerhof (Steenwijkerwold)
- Thijlingerhof – Broekslagen 12.
Die bekrachtiging geldt echter niet de veroordeling van [appellant] in de werkelijke proceskosten. [appellant] is in eerste aanleg opgetreden als gedaagde tegen een vordering van Turien. Daarvoor geldt dat een ieder het recht heeft zich tegen een vordering te verdedigen, ook als die verdediging onterecht wordt bevonden. Misbruik van procesrecht levert dat niet op. Ook niet als wordt geoordeeld dat de verdediging berust op opzettelijk onjuiste verklaringen. Daarbij wordt opgemerkt dat de slotsom dat de schademelding berust op een opzettelijk onjuiste mededeling van [appellant] , volgt uit een redenering en niet op een objectief vastgesteld feit. In plaats van in de volledige proceskosten zal [appellant] worden veroordeeld in forfaitaire proceskosten bij de rechtbank.
De conclusie in het hoger beroep van [appellant] en dat van Turien
4.De beslissing
€ 1.992,- aan griffierecht,
[appellant] en