Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam1],
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als verzoekster,
hierna te noemen [verzoekster] ,
vertegenwoordigd door mr. J.F. Vanhommerig,
en bij de rechtbank optrad als gerekwestreerde,
hierna te noemen MTO,
niet opgeroepen.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.2. De kern van de zaak
2.4. Over de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst is vervolgens tussen partijen discussie ontstaan. De rechtbankprocedure hebben partijen toen voortgezet, waarin [verzoekster] heeft aangevoerd dat de vaststellingsovereenkomst is komen te vervallen en het herstel en het weer in bedrijf brengen van de VMS-en en schadevergoeding van MTO heeft gevorderd. MTO heeft op haar beurt nakoming van de vaststellingsovereenkomst gevorderd. De rechtbank heeft in het vonnis van 11 mei 2022 de vorderingen van [verzoekster] afgewezen en op de vordering van MTO [verzoekster] veroordeeld om volledig mee te werken aan de tenuitvoerlegging van de vaststellingsovereenkomst, waarbij MTO € 102.000,- aan [verzoekster] zal betalen en [verzoekster] dient te gedogen dat MTO de VMS-en met toebehoren zal demonteren en ophalen.