ECLI:NL:GHARL:2022:5721

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
5 juli 2022
Zaaknummer
200.306.570
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling en haal- en brengregeling tussen ouders na scheiding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen de vader en de moeder van twee minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door mr. M. Erik, en de moeder, vertegenwoordigd door mr. E. Gürcan, zijn in geschil over de omgangsregeling en de haal- en brengregeling. De vader heeft in hoger beroep de vernietiging van de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland verzocht, waarin een omgangsregeling was vastgesteld die hem verplichtte de kinderen te brengen en te halen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juni 2022 hebben partijen overeenstemming bereikt over de verdeling van vakanties en feestdagen, maar zijn zij het niet eens geworden over de haal- en brengregeling. Het hof heeft overwogen dat het in het belang van de kinderen is dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor het halen en brengen van de kinderen. De vader wenst een gelijke verdeling, terwijl de moeder voorstelt dat de vader deze taak volledig op zich neemt. Het hof heeft geoordeeld dat het delen van deze verantwoordelijkheid in het belang van de kinderen is, en heeft de eerdere beschikking vernietigd en een nieuwe omgangsregeling vastgesteld.

De nieuwe regeling houdt in dat de kinderen in even en oneven jaren op verschillende manieren bij beide ouders verblijven tijdens vakanties en feestdagen. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de regeling direct van kracht is, ondanks eventuele verdere rechtsmiddelen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.306.570
(zaaknummer rechtbank Gelderland 391523)
beschikking van 5 juli 2022
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. M. Erik te Den Haag,
en
[verweerster],
wonende te [woonplaats2] ,
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. E. Gürcan te Arnhem.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, van 3 november 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer, hierna te noemen: de bestreden beschikking.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift met producties, ingekomen op 1 februari 2022, en
  • het verweerschrift met productie.
2.2.
[de minderjarige1] en [de minderjarige2] zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken met betrekking tot het verzoek, maar zij hebben daarvan geen gebruik gemaakt.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft op 10 juni 2022 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
  • de advocaat van de vader;
  • de moeder met haar advocaat, en
  • een vertegenwoordigster van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).
De vader was via een Teams-verbinding bij de zitting aanwezig.

3.De feiten

Partijen zijn de ouders van:
  • [de minderjarige1] , geboren [in] 2008 in [plaats1] , en
  • [de minderjarige2] , geboren [in] 2010 in [woonplaats2] .
De vader heeft de kinderen erkend. De moeder heeft alleen het gezag over de kinderen.

4.De omvang van het geschil

4.1.
In de bestreden beschikking is een omgangsregeling vastgesteld en bepaald dat de vader de kinderen moet brengen en halen. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
4.2.
De vader is met twee grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De vader verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende een andere omgangsregeling vast te stellen en te bepalen dat hij de kinderen om 10:00 uur bij de moeder ophaalt en de moeder de kinderen om 17:00 uur bij hem ophaalt.
4.3.
De moeder voert verweer en zij verzoekt de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek dan wel het verzoek van de vader af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de omgangsregeling, in die zin dat alle vakanties, het Slacht-/Offerfeest en het Suikerfeest bij helfte worden verdeeld. Het hof zal, zoals partijen hebben verzocht, de gemaakte afspraken in deze beschikking opnemen.
5.2.
Partijen zijn het niet eens over de haal- en brengregeling. De vader wenst gelijke verdeling van het halen en brengen, terwijl de moeder wil dat de vader het halen en brengen volledig voor zijn rekening neemt.
Het hof acht het in het belang van de kinderen dat de ouders de verantwoordelijkheid voor het halen en brengen delen, waarbij de ouder waar de kinderen verblijven hen wegbrengt. Het vervoer is een gedeelde ouderlijke verantwoordelijkheid en door zelf een kind te brengen geeft een ouder emotionele toestemming om naar de andere ouder te gaan. De reiskosten worden gedragen door degene die de kinderen brengt. Dat vader geen bijdrage levert voor de kinderen, zoals moeder aanvoert, weegt voor het hof minder zwaar dan voornoemde argumenten. Bovendien is ter zitting gebleken dat beide partijen niet veel te besteden hebben en dat het aantal contactmomenten en reisbewegingen zich beperkt tot de vakanties en enkele feestdagen.
Aangezien de kinderen naarmate zij ouder worden ook steeds zelfstandiger worden, zouden de kinderen in de toekomst wellicht met het openbaar vervoer van en naar de vader kunnen reizen. In dat geval dient de ouder die verantwoordelijk is voor het brengen van de kinderen de reiskosten voor zijn of haar rekening te nemen.

6.De slotsom

6.1.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof zal de bestreden beschikking vernietigen en beslissen als volgt.
6.2.
Het hof zal de proceskosten in hoger beroep compenseren, nu partijen een relatie met elkaar hebben gehad en de procedure de uit die relatie geboren kinderen betreft.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, van 3 november 2021 en in zoverre opnieuw beschikkende:
stelt de volgende omgangsregeling vast tussen de vader en [de minderjarige1] , geboren [in] 2008 in [plaats1] , en [de minderjarige2] , geboren [in] 2010 in [woonplaats2] :
  • tijdens de zomervakantie verblijven de kinderen in de even jaren de eerste drie weken bij de moeder en de laatste drie weken bij de vader; in de oneven jaren verblijven de kinderen de eerste drie weken van de zomervakantie bij de vader en de laatste drie weken bij de moeder;
  • tijdens de meivakantie verblijven de kinderen in de even jaren de eerste helft bij de moeder en de tweede helft bij de vader; in de oneven jaren verblijven de kinderen de eerste helft bij de vader en de tweede helft bij de moeder;
  • tijdens de kerstvakantie verblijven de kinderen in de even jaren de eerste helft van de vakantie en de Kerstdagen bij de moeder en de tweede helft van de vakantie en Oud en Nieuw bij de vader; in de oneven jaren verblijven de kinderen de eerste helft van de vakantie en de Kerstdagen bij de vader en de tweede helft van de vakantie en Oud en Nieuw bij de moeder;
  • tijdens de voorjaarsvakantie verblijven de kinderen in de even jaren bij de vader en in de oneven jaren bij de moeder;
  • tijdens de herfstvakantie verblijven de kinderen in de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;
  • de moeder zorgt ervoor dat de kinderen om 15:00 uur naar de vader worden gebracht tijdens de hierboven genoemde vakanties en de vader zorgt ervoor dat de kinderen om 15:00 uur terug zijn bij de moeder;
  • daarnaast verblijven de kinderen in de even jaren op de dag van het Slacht-/Offerfeest bij de vader en op de dag van het Suikerfeest bij de moeder en in de oneven jaren verblijven de kinderen het Slacht-/Offerfeest bij de moeder en het Suikerfeest bij de vader;
  • de moeder zorgt ervoor dat de kinderen om 10:00 uur naar de vader worden gebracht en de vader zorgt ervoor dat de kinderen om 17:00 uur bij de moeder terug zijn;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. D.J.M. van de Voort, J.B. de Groot en H. Phaff, bijgestaan door mr. M. Knipping-Verbeek als griffier, en is op 5 juli 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.