Uitspraak
[appellant],
Volksbank,
[naam1],
1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank
2.Het verloop van het hoger beroep
3.De vaststaande feiten
€ 230.000,- en de marktwaarde op € 250.000,-.
4.Het geschil en de beslissing van de voorzieningenrechter
5.De ontvankelijkheid van het hoger beroep
6.De beoordeling van het beroep
– en daar gaat het hof in het verlengde van de partijstandpunten veronderstellenderwijs van uit – geldt dat op het door de tweede taxateur genoemde bedrag van € 360.000,- een execu-tiecorrectie moet plaatsvinden. In het eerste rapport is de executiewaarde, onweersproken, 8% lager geoordeeld dan de marktwaarde. Wanneer dit percentage wordt toegepast op de in het tweede rapport geschatte marktwaarde van € 360.000,-, dan geldt dat de executiewaarde op € 331.200,- kan worden geschat.