Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewijs
A: Dat mijn fysiotherapeut mij op plekken heeft aangeraakt waar hij als fysiotherapeut niet toe bevoegd is, dat hoort niet bij zijn vak. Dat is gebeurd op 29 juli 2019 bij [naam praktijk] in [plaats] .
V: Wat is er precies gebeurd?
A: Op 29 juli 2019 begon hij met masseren van nek, bovenrug en onderrug. Hij vroeg toen of mijn broek een eindje naar beneden mocht. Ik vond dat oké. Even later vroeg hij of mijn broek nog een eindje naar beneden mocht. Voordat ik antwoord kon geven had hij mijn broek al omlaag gedaan tot helemaal onder mijn billen. Ik verstijfde. Hij zat al met zijn handen lager dan normaal. Ik had er ook niet direct antwoord op want ik dacht: Hij is de professional en hij zal het wel weten. Ik vond het wel raar.
V: De broek onder je billen en je verstijfde?
A: Ja. Hij ging mijn billen strelen. Dat ging zachtjes. Het was geen masseren. Hij vroeg op een gegeven moment of mijn broek nog verder naar beneden mocht. Ik zei toen wel tegen hem dat mij dat niet nodig leek omdat ik voor mijn rug kwam.
V: En toen?
A: Hij schoof mijn broek weer omhoog, over mijn billen. Hij ging daarna mijn rug en nek masseren. Hij vroeg aan mij of ik wel ontspannen lag. Ik heb gehumd van ja. Ik kon ook niet echt praten want ik lag met mijn hoofd in een handdoek. Hij zei toen zelf: "Zal ik de behandeling maar stoppen?" Ik zei toen tegen hem dat mij dat ook beter leek.
V: En dan?
A: Hij deed mijn BH bandjes dicht. Ik ben opgestaan, deed de voorkant van mijn broek dicht en deed mijn hemd en shirt aan. Hij ging zijn handen wassen, vanwege de olie. Hij vroeg aan mij of ik het fijn vond. Ik heb toen best wel fel gereageerd dat ik het niet fijn vond. Hij zei toen tegen mij: "Het hoort wel bij mijn vak, maar misschien ben ik nu wel iets te ver gegaan." Ik zei tegen hem dat hoever hij was gegaan bij mij dat dat niet paste bij een fysiotherapeut. Ik zei tegen hem dat hij te ver was gegaan. Hij vroeg verschillende keren aan mij of ik het tussen ons wilde houden en het niet verder wilde vertellen. Hij zei tegen mij dat hij snapte dat dit geen eerlijke vraag van hem was omdat hij te ver was gegaan. Dat hij daardoor veel van mij vroeg om er niet over te praten.
A: Zij is gaan liggen op de buik. Ik heb haar hele rug gemasseerd. Ik heb haar bh losgemaakt. Ik heb dat ook gevraagd of dat mocht. Ik dacht ik ga die hele rug goed masseren omdat de vorige keer ook zo goed bevallen was. Vervolgens heb ik gevraagd of de broek wat naar beneden mocht en los mocht. Dat was oké. Ik heb de onderrug gemasseerd. En om er nog beter bij te kunnen en met mijn massageolie aan mijn handen vond ik dat de broek nog verder naar beneden moest. Omdat ik eerder al gevraagd had of de broek los mocht en een stuk naar beneden mocht ging ik er vanuit dat het oké was. Dus ik heb haar broek een stukje naar beneden gedaan. Vervolgens masseerde ik de onderregio, dus de rug en waarbij mijn hand ook op haar bil terecht komt vanuit de beweging. Mogelijk dat ik iets lager ben gekomen dan de vorige keer. Vervolgens vraag ik aan haar: “gaat het goed”. Ze had tot op heden verder zelf niets gezegd. En nadat ik had gevraagd of het goed ging zei ze heel streng: “Mijn broek mag wel een stuk omhoog”. Daar schrok ik heel erg van. Omdat ik gelijk het gevoel had dat zij zich niet prettig voelde bij de situatie. Ik heb toen ook de broek omhoog gedaan. En we zijn eigenlijk ook gelijk de behandeling gestopt.
Bewezenverklaring
hij op 29 juli 2019 te [plaats] , door een andere feitelijkheid, [benadeelde partij] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten/strelen van de ontblote billen van die [benadeelde partij] en bestaande die andere feitelijkheid uit het overwicht dat hij, verdachte, had op voornoemde [benadeelde partij] , aangezien hij, verdachte, als fysiotherapeut in het kader van een behandeling/massage onverhoeds de billen van voornoemde [benadeelde partij] heeft betast/gestreeld.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 1.682,50 (duizend zeshonderdtweeëntachtig euro en vijftig cent) bestaande uit € 682,50 (zeshonderdtweeëntachtig euro en vijftig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.