In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor de inschrijving van haar kinderen op een andere basisschool. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. de Roode, verzocht het hof om de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2021 te vernietigen, waarin het verzoek om vervangende toestemming was afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L.H.M. Sliepenbeek-Sanders, verzocht het hof om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek of dit verzoek af te wijzen en de eerdere beschikking te bekrachtigen.
De procedure in hoger beroep begon met de indiening van het beroepschrift op 16 november 2021. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 juni 2022, waarbij beide ouders aanwezig waren, samen met een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad adviseerde om de bestreden beschikking te bekrachtigen, wijzend op de positieve ontwikkeling van de kinderen op hun huidige school en de ingrijpende gevolgen van een schoolwissel.
Het hof heeft het advies van de Raad overgenomen en geoordeeld dat de kinderen zich goed ontwikkelen op hun huidige school, een internationale school waar zij het naar hun zin hebben. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de moeder vervangende toestemming te verlenen voor een schoolwissel, en heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.