ECLI:NL:GHARL:2022:5314
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van de hoofdverblijfplaats van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder tot schorsing van de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder bepaald dat de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder zou hebben, mits zij voor 1 juli 2022 een woning betrekt binnen 35 kilometer van de woning van de vader. De moeder verzocht het hof om deze beslissing te schorsen, omdat zij in [woonplaats1] woont en het in het belang van de minderjarige achtte om daar te blijven wonen. De vader voerde verweer en stelde dat de moeder geen pogingen had ondernomen om naar de omgeving van de vader te verhuizen. Het hof overwoog dat de moeder onvoldoende actie had ondernomen om aan de voorwaarden van de rechtbank te voldoen en dat het belang van de vader en de minderjarige zwaarder woog dan dat van de moeder. Het hof wees het verzoek tot schorsing af en benadrukte het belang van overleg tussen de ouders voor de zorgregeling van de minderjarige.