Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster],
verzoekers in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
Hoewel behoorlijk opgeroepen waren de pleegouders en de raad voor de kinderbescherming niet aanwezig.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, [de minderjarige], die geboren is in 2021. De ouders van [de minderjarige] hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, die op 18 januari 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd. De kinderrechter had overwogen dat het opgroeiperspectief van [de minderjarige] bij de pleegouders ligt, wat door de ouders werd betwist. De ouders stelden dat zij recht hebben op een tweede kans om te bewijzen dat zij in staat zijn om voor hun dochter te zorgen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de ouders bijgestaan werden door hun advocaat, mr. J.L. Vermeer. De GI, vertegenwoordigd door twee medewerkers, voerde verweer en vroeg het hof om de vader niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 mei 2022, maar de pleegouders en de raad voor de kinderbescherming waren niet aanwezig.
Het hof oordeelde dat de grieven van de ouders zich richtten tegen een oordeel van de rechtbank dat niet in het dictum was vervat, waardoor hoger beroep niet mogelijk was. Het hof benadrukte dat de rechtsbescherming van de ouders in het geding komt wanneer de rechtbank een perspectiefbesluit van de GI toetst zonder dat daar een wettelijke basis voor is. Het hof verwerpt het hoger beroep en bevestigt de beslissing van de kinderrechter, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een pleegzorgvoorziening wordt gehandhaafd.