Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verlengd tot 15 september 2022. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en om deskundigen te benoemen voor nader onderzoek.
Het hof heeft vastgesteld dat de kinderrechter op 15 juni 2021 een machtiging tot uithuisplaatsing had verleend, die sindsdien meerdere keren was verlengd. De moeder is belast met het gezag over de minderjarige, die sinds zijn geboorte onder toezicht staat. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 mei 2022 waren zowel de moeder als haar advocaat en medewerkers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig. De GI heeft verweer gevoerd en verzocht om bekrachtiging van de bestreden beschikking.
Het hof heeft de wettelijke vereisten voor de verlenging van de uithuisplaatsing beoordeeld en geconcludeerd dat deze nog steeds voldaan zijn. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen die de eerdere overwegingen van de kinderrechter in twijfel trekken. De moeder heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt, maar er zijn nog steeds zorgen over de hechtingsproblematiek van de minderjarige. Het hof heeft het verzoek van de moeder om deskundigen te benoemen afgewezen, omdat het prematuur werd geacht in het licht van het lopende onderzoek door de GI.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en het verzoek om deskundigen te benoemen afgewezen, met de overweging dat de situatie van de minderjarige en de voortgang van het onderzoek door de GI voorop staan.